Waar de Meester spreekt I

Mijn Gemeente is een geheimenis dat zich niet laat inpassen in menselijke begrippen.
Omdat zij een van Boven gegeven organisme is, is het niet juist haar te vergelijken aan de hand van maatschaven die van deze aarde zijn.
Omdat jullie zo beperkt van inzicht zijn, maken jullie steeds weer opnieuw dezelfde fout, door haar in te passen binnen menselijke organisatiestructuren.
En Ik wil dat gij verstaat dat mijn Heilige Geest de Leidsman zal zijn in jullie midden.

Mijn Gemeente wordt openbaar in gezinnen waar een man en een vrouw in hun liefde tot elkaar Mij op de eerste plaats hebben gesteld.

Ik stort mijn liefde uit in de harten van mensen, die zich beschikbaar stellen om mijn navolgers te zijn.
Ik schep er een behagen in om Mij te verheerlijken in mensen die met Mij een verbond hebben gesloten.
Mijn oorspronkelijke bedoeling waartoe Ik de mensenkinderen heb geschapen wordt zichtbaar in het openbaar worden van ‘de zonen Gods’.

Er is een goddelijke begeerte naar kennis en inzicht, die ge wel moet onderscheiden van de nieuwsgierigheid die van deze aarde is.
Het volmaakte zal tot aanzijn worden geroepen wanneer de bazuin zal klinken en mijn Zoon Zich zal verheerlijken door Zich te verenigen met zijn Lichaam op aarde.

Weest niet al te zeer verontrust wanneer gij soms zo pijnlijk ervaart, dat ge nog slechts ten dele beantwoordt aan het raadsbesluit van mijn wil.
Vóór Christus’ komst op aarde zal Ik mijn Geest in groter mate op jullie uitstorten zodat mijn Huis vol zal zijn van de tegenwoordigheid des Heren.
Weest op uw hoede voor onheilig vuur die tot verderf leidt.

Besteedt meer aandacht aan uw persoonlijke omgang met Mij, in plaats van elkaar te beoordelen door na te gaan of uw broeder of zuster Mij wel volgt.
Betoont liefde door uw harten wagenwijd open te stellen voor uw broeder of zuster, zodat het menselijke wordt overwonnen door het geestelijke.
Aan uw omgeving zal dan steeds meer duidelijk worden dat jullie niet van deze aarde zijn.
Probeer elkaar niet te overheersen maar vertrouw op Mij, dat Ik in staat ben om het goddelijke in het hart van ieder mensenkind tot openbaarheid te roepen.

Door middel van de aan de Gemeente geschonken bedieningen zal mijn Huis worden gebouwd.
Maar te midden van deze geestelijke ontwikkeling is het juist en verstandig om het menselijke van het geestelijke te onderscheiden.
Weest niet te voorbarig om de inspanningen van uw broeder te vergelijken met mensenwerk.
Want met de mate waarmee gij oordeelt, zal u geoordeeld worden.
Vreest gij veeleer God die in staat is om het hart van uw broeder te veranderen, zodat de heerlijkheid van mijn Wezen ook in zijn leven openbaar zal worden.

Weest elkander van harte onderdanig, maar niet in een geest van geveinsdheid, want ik haat dezulken.
Jullie tezamen vormen de uitgeroepenen.
Door jullie zorg voor elkaar is het mogelijk dat iedere gelovige groeit naar de kracht, die elk lid op zijn wijze beoefent.

Heb oog voor de verscheidenheid in uw midden.
En heb geloof in Mij dat Ik ook klaar zal komen met die broeder of zuster, die in uw ogen zwak mocht lijken.
Ik bouw mijn Huis op mensen, die het Lam willen volgen, waar Hij ook heen gaat.

Waar de Meester spreekt II

In deze eindtijd scheid Ik de schapen van de bokken.
Mijn Gemeente wordt gelouterd om te beproeven hen, wier harten volkomen naar Mij uitgaan.
Ik ga mijn kinderen vrij maken van alle vormen van uiterlijke organisatie, opdat de zuidenwind mijn hof zal doorwaaien, opdat zijn balsemgeuren stromen!
In uw harten zullen de gebaande wegen zijn.

De verwarring in denken, welke als een duistere wolk over velen van kinderen hangt, zal Ik doen opklaren.

De genegenheid welke ge ten opzichte van elkander ervaart, zal Ik zuiveren, zodat aan uw broeder of zuster steeds duidelijker zal worden dat Ik mijn Huis bouw te midden van mensen, wier harten volkomen naar Mij uitgaan.

Ik zal het lijden u niet onthouden.
Waar mijn kinderen zich toevertrouwen aan mijn liefdevolle leiding zal geen enkele vorm van kwaad hen kunnen scheiden van de liefde van Christus.
Ook het kwaad is ondergeschikt aan mijn macht.
In uw harten zullen de gebaande wegen zijn.

De schande der verdeeldheid waardoor mijn Gemeente op aarde geteisterd wordt, zal teniet worden gedaan.
In de kracht van de Geest zal duidelijk worden dat alleen zij, die nederig van hart zijn, genade zullen vinden.
Ik zal mijn Huis herstellen en de smaad vanuit haar midden verwijderen.
Alle vormen van groepsgeest en exclusivisme zal Ik teniet doen.

Gij zult u niet langer laten noemen naar uw leiders, want Eén is uw leider, namelijk Christus.
Ook in de genegenheid welke ge elkander toedraagt, zal slechts ruimte zijn voor de verering van Hem, door wie ge verlost zijt uit de macht van het kwaad.

Het zoeken naar mijn tegenwoordigheid zal een wezenlijk onderdeel uitmaken van uw geestelijke strijd om met een volkomen toegewijd hart aan Mij verbonden te zijn.
Zoals goud in het vuur wordt gelouterd, zo zal ook de vuurgloed welke tot beproeving dient, aan mijn Huis niet voorbij gaan.
Het oordeel begint bij het huis van God.
Ik, Ik ben het die toestaat, dat geheel mijn dorsvloer gezuiverd wordt.
Ook nu nog is de wan in zijn hand. Ook nu nog wandelt Hij te midden van de kandelaren.

Uw kracht zal niet in het nauw komen als het uw enigst begeren is om de Zoon te leren kennen zoals Hij is.
De Vader zal de Zoon eren, en de Zoon zal u inzicht geven om de Vader te kennen.
Mijn wetten zullen in uw harten geschreven zijn.
En allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste.

Vele leerstellingen, welke mijn kinderen van elkander gescheiden doen optrekken, zullen in de vuurgloed die tot beproeving dient, verschroeid worden opdat slechts de kennis van Hem zichtbaar zal zijn in uw harten.
Ik heb een afkeer van dat denken, waar, omwille van een juist en verstandig inzicht, uw broeder wordt buitengesloten.

Het is mijn Heilige Geest die uw pad zal verlichten.
Ook Hij is het die u inzicht geeft in de plannen van mijn openbaring, zodat uw geloof niet langer zal rusten op de wijsheid van mensen.

Het is mijn Geest die uw innerlijk steeds meer zal verlichten tot de rechte kennis van Hem, door Wie gij geroepen zijt.

Waar de Meester spreekt III

Ik geef u tijden van gebed, verdieping en afzondering om beter mijn wil te verstaan.

In deze laatste fase van de eindstrijd zoekt mijn Geest naar mannen en vrouwen, die gehoor geven aan de oproep van Joël om zich van ganser harte tot Mij te bekeren.
Evenals in de tijd van Gideon, zal Ik Mij een leger verzamelen van dappere strijders, die, omwille van mijn zaak en Koninkrijk, hun leven niet zullen achten.
Strijders, die in gehoorzaamheid en trouw hun weg zullen vervolgen.
Ik formeer Mij een leger van strijders die getraind zijn in het onderscheiden van mijn stem; hen die in hun binnenste gevoelig zijn geworden om te gehoorzamen aan mijn instructies.
Ik zal toerusten een volk van mannen en vrouwen, die in hun binnenste alert zijn om alléén op Mij te zien.
Een wel toegerust volk dat moedig is om de vele meningen van mensen, leringen en tradities te trotseren.
Een volk in wier binnenste de gebaande wegen zullen zijn.

Niet wat zichtbaar is zal blijven bestaan.
Mozes ging mijn volk in waarheid voor, als ziende de Onzienlijke.

Ook het woestijnleven zal niet vreemd voor u zijn.
In tijden van geestelijke dorheid breng Ik de krachten van uw ziel in beweging om te weten wat er in uw harten leeft.
In tijden van duisternis zal Ik u een vuurkolom geven om uw weg te verlichten.

Het is mijn Heilige Geest die hunkert naar de gemeenschap met mannen en vrouwen, die Mij zoeken ter wille van Mijzelf.
Mijn volk, het is mijn Geest die u toebereidt om de bruid te worden van mijn geliefde Zoon, een wel toegerust volk van strijders die hun klederen hebben gewassen in het bloed van het Lam.

Dit zijn de tijden van de late regen.
Het is ook mijn Heilige Geest die de bedieningen herstelt in mijn Gemeente.
Ook de geringste zal kennis hebben van de wegen des Heren.
Datgene wat ik u toevertrouw zal de Zoon verheerlijken.
In de verering van Hem zal u geestelijk steeds meer ruimte geschonken worden voor de openbaring van mijn Geest.
In de bediening van Geest en kracht wordt een volk toegerust dat zich onderscheidt in liefde en toewijding.

Elke vorm van hardheid zal u vreemd zijn. Weest er toch waakzaam voor niet uw broeder te oordelen, die in uw ogen nog slechts ten dele kent.

Toen mijn volk voorttrok in de woestijn, heb Ik het verzadigd met manna.
Ik schep er een behagen in om voor een ieder van u persoonlijk dát voedsel toe te bereiden dat is afgestemd op de begeerten van zijn hart. Hen, die hongerig zijn, om hun leven met Mij te delen, die zal Ik verzadigen, een ieder naar zijn behoefte.

Vervloekt is de man, die vlees tot zijn arm stelt. God is het, die uw geest met jaloersheid begeert.

Uw kracht zal niet in het nauw komen als het uw enigst begeren is om Mij te leren kennen in al mijn heerlijkheid.

Zoekt naar de openbaring van mijn Geest.
Ook in de bedieningen, die Ik weer herstel in mijn Huis, zal niet de een de ander overheersen.
Ik Zelf ben het, die mijn volk uitleidt naar grazige weiden.
Ik heb u een voorbeeld nagelaten toen Ik mijn leerlingen de voeten waste.
Zo vertrouw Ik u van mijn kennis en heerlijkheid toe om elkander te dienen, maar niet in een geest van hardheid en liefdeloosheid.
Doet de vreemde goden weg uit uw midden.
Ik ben een na-ijverig en goedertieren God, die Zich telkenmale weer laat vinden wanneer mijn kinderen Mij in waarheid zoeken.
Doet dan weg al datgene wat riekt naar bedilzucht en betweterigheid.
In hen, die nederig van hart zijn, zullen de gebaande wegen zijn. In ootmoed achte de een de ander uitnemender dan zichzelf.

Oefen u mijn volk, om in tijden van vasten en bidden, terug te winnen, dat wat verloren is gegaan.
Steeds wil Ik Mij door u laten vinden, maar wél in oprechtheid van het hart.
Oordeelt elkander dan niet langer, want Mij komt het oordeel toe.
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Die zwak is in uw midden, die zal Ik verlossen.
Maar gij, mijn volk, weest stille. Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden, zegt de Here der heerscharen. Wordt u ervan bewust, mijn volk, dat mijn engelen u dienend terzijde zullen staan, wanneer het uw verlangen is om mijn wil te doen.

Uw tranen zijn niet tevergeefs geweest. Ook uw geliefden wil Ik kennis en inzicht geven van mijn wegen. Maar niet in overreding zal uw sterkte zijn.
Vertrouw op Mij, dat mijn arm kan redden, daar, waar uw kracht in het nauw komt.
Ik heb lief met een volkomen liefde.
Hen, die zich heiligen en reinigen ter wille van mijn waarheid, die zal Ik vol maken van mijn liefde.
Ik heb u de bediening der verzoening toevertrouwd om te werken zolang het dag is. Aanschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.

Vertrouw dan niet langer op uw eigen kracht, maar vertrouw erop, dat Ik het beeld van mijn Zoon in uw midden zal openbaren. De laatste halmen zult gij binnenhalen, voordat de velden verzengd zullen worden door de hitte van het vuur, dat de weerspannigen zal verteren.
Weest gij dan getrouw. Twijfel niet in uw hart en Ik zal u oprichten.

‘Al mijn bronnen zijn in u’

Wanneer de geest van de mens inkeert tot zichzelf, en roept tot Mij; dan komt mijn Geest de menselijke ontoereikendheid te hulp en vult aan, datgene wat hij in zijn-mens-zijn te kort komt.

Het ligt in mijn plan om de gelovige mens bloot te stellen aan vele vormen van verzoeking, opdat deze mens steeds meer tot het besef zal komen dat al zijn bronnen in God zijn.

Mijn Geest verheugt Zich over die mensenkinderen die hun vreugde zoeken in de gemeenschap met Mij.

Maar ook de geest van de gelovige is veelal zo gericht op zichzelf, zodat daar voor Mij geen plaats is.
Dan laat Ik hem over om de inzichten van zijn eigen hart te volgen en laat hem drinken uit bronnen die geen bronnen zijn, totdat… hij inkeert tot zichzelf en hunkert naar die gemeenschap die Ik alleen kan geven.

Ik vergeef de zondaar veelvuldig zijn overtredingen.
Aan de oude dingen zal niet meer gedacht worden.
Ik schep iets nieuws en Ik stort mijn vreugde uit in het hart van dat mensenkind dat hunkert naar Mij.

Ik vraag mijn kinderen om er toch ernst mee te maken zich af te zonderen van de genietingen van deze wereld.
Niet dat Ik wil, dat gij deze wereld ontvlucht, maar Ik wil dat gij uw geest ontledigt van alle dingen die van deze wereld zijn.
‘De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet blijft tot in eeuwigheid’.

Elk dwaas mensenkind dat zijn geest verhardt en het licht met de duisternis vermengt, komt van boosheid tot boosheid.
Komt toch tot bezinning en maakt er ernst mede om uw God te ontmoeten.

De bijl ligt aan de wortel van de boom en wee die mens wiens loof verwelkt en wiens vrucht verrot is.

Elk kind van God zal rekenschap af moeten leggen van alle daden die hij in zijn lichaam verricht heeft.
En wee dat eigenzinnig kind dat in de halsstarrigheid van zijn bestaan niet is ingegaan op mijn uitgestoken hand.

Ik ben een jaloers en een heilig God en mijn toorn treft een ieder die wetend en halsstarrig volhardt in zijn verzet en het aanbod van mijn liefde miskent.

Ik zal mijzelf in mijn Gemeente gaan verheerlijken en de wereld zal zich verwonderen wanneer zij tot erkenning zal komen dat het getuigenis omtrent Jezus Christus betrouwbaar is bevonden.

‘Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat.
Want zeer licht ontbrandt zijn toorn.
Welzalig allen die bij Hem schuilen’.

Loslaten, wat ge niet behouden kunt…

Ik heb u wat te zeggen, spreekt de Heer.
Zo graag wil Ik Mij openbaren aan uw hart.
Maar ach, mijn kinderen, mocht gij toch luisteren;
mocht gij verstaan wat Ik voor u heb weggelegd.

Ik ken uw zoekend hart en soms… uw bange vragen.
Ik ken de taal van ’t binnenst ingewand.
Ik ken uw hunkeren… en heb ook kennis van uw rebellie.
Ach, spreekt de Heer, mocht gij toch luisteren.

Wie kan bestaan als God de Heer uw tempel nadert.
Gij klemt u vast aan dingen die ge niet behouden kunt.
Spreekt waarheid in uw hart en nadert voor mijn aangezicht.
Want immer weer opnieuw wil Ik mijn liefde aan u kwijt.

Wat Ik u heb te schenken, is goud van hoog gehalte.
Kostbare klederen heb Ik voor u weggelegd.
Laat vallen dan die lompen, en alles… wat ge niet behouden kunt.
Want God de Here nadert tot uw tempel.

O kind van Mij, mijn dierbaar kind…
wat draalt ge toch en twijfelt in uw hart?
Denkt gij dat Ik te hoog voor u verheven ben?
Weerstaat des bozen raad en laat u leiden.

Komt dan opnieuw met vreze voor mijn aangezicht.
Kust dan de Zoon, opdat de Zoon niet toorne,
en weg neemt, wat gij niet behouden kunt.
Geef Mij uw hart en laat uw zorgen varen.

Zoals een Vader Zich ontfermt, ontfermt de Here Zich
over allen die Hem vrezen met hun hart.
Ik ken u wel; Ik weet wat gij van node hebt.
Laat dan de maskers vallen.

Aanschouwt de Zoon op Golgotha.
Zijn reinigend bloed wil gans uw leven vullen.
Mijn heilige Geest wil woning maken in uw hart.
Alleen voor overwinnaars zijn de kronen weggelegd.

Mijn weg is niet te hoog; mijn raad is niet verborgen.
Ik weet precies wat gij van node hebt.
Maar ach, mijn kind, mocht gij toch luisteren;
mocht gij verstaan wat Ik voor u heb weggelegd.

Ben je bereid te komen, te komen zoals je bent?
Mag Ik de leiding in alles van je leven?
Mag Ik de Heer zijn van je huwelijk, je gezin, je werk?
Mag Ik je zeggen waar je wonen zult?

Mag Ik je zeggen hoeveel geld je geven zult?
Mag Ik je zeggen met wie je samen wonen zult?
Mag Ik je zeggen met wie je vrede sluiten zult?
Mag Ik je zeggen wie je vrienden zullen zijn?

En dan, mijn kind, kun je nog wachten…
Kun je nog stil zijn voor mijn aangezicht?
Ben je bereid het offer van je leven te betalen?
Durf je te laten vallen, alles, wat ge niet behouden kunt?

Koopt dan van Mij, dat goud dat in het vuur gelouterd is.
Ik zal er zijn, ja telken-kere als gij tot Mij roept.
Ik zal er zijn, niet langer zal Ik laten wachten.
Mijn kind, mijn eigen kind, Ik ben genoeg voor jou.

Inleiding

Zes november, 1966, las ik bij vrienden in het boek van Ds. G. Molenaar “De doop met de Heilige Geest", waarin wordt beschreven hoe mensen op velerlei wijze door Gods Geest werden aangeraakt. Hierover verblijdde ik me.

Het was toen ‘s morgens tegen elf uur, dat ik de zachte drang van de Heilige Geest waarnam, die me er toe drong Zijn woorden neer te schrijven. Ik onderging het als een ervaring, die mij geheel vreemd was en waar ik ook geen natuurlijke verklaring voor kan geven. Achter elkaar schreef ik neer, waar de Heer me toe drong. Ook hierna heeft Gods Geest me verschillende keren in deze richting geleid.

Naar de mens gesproken verwonder ik me over deze dingen. Maar vanuit Gods Woord vertrouw ik in de bijzondere leiding van de Heilige Geest.

Het zij mij verre deze boodschappen gelijk te stellen aan de Bijbel. Ik vertrouw ze u toe met de woorden van Paulus uit 1 Thessalonicenzen 5:19-21 "Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het
goede."

Juni, 1967
Juni, 1974, derde druk

W. A. Seinen

I Vurig verlangen naar verlossing

Genees ons

Almachtige Vader, zie ons aan in Jezus Christus, Uw Zoon. Schenk onder ons een herleving van geestelijk leven door Uw Heilige Geest.

Breng ons allen tot die verootmoediging en verbreking van het hart, zodat Gij waarlijk onze zielen kunt reinigen door het dierbare bloed van Jezus Christus, Uw Zoon.

Verlos ons van alle tegen U rebellerende machten en vergeef ons onze zonden. Geef, dat wij toch volle ernst zullen maken met zulk een heil en geen wegen bewandelen naar onze eigen gedachten.

Wij verlangen niet naar U. Wij zijn erin geïnteresseerd om alles te weten wat er in deze wereld is, maar U zelf begeren wij zo weinig. Wij zijn hoogmoedig. Alleen met onze woorden willen wij ons voor U verootmoedigen, maar ons hart neigt naar zoveel andere dingen dan die van Uw Koninkrijk.

Genees dit zelfzuchtige hart, o Hemelse Vader! Giet Uw olie uit over alle wonden die wij ons zelf in al onze kortzichtigheid hebben toegebracht.


Verlos ons

Verlos ons van al ons zelfmedelijden. Verlos ons van al het opsommen van goede daden die wij ter wille van U deden. Verlos ons van al onze hoogmoed, want zelf verlangen wij er helemaal niet naar om door U verlost te worden.

Wij hebben niets begrepen van Uw heiligheid en vlekkeloosheid. Gij zijt God en wij zijn mensen in wie nog vele zondige hartstochten allerlei objecten zoeken. En wij hebben geen berouw meer over onze zonden. Onze gedragingen worden beheerst door de opinies van vele mensen.

En slechts enkele malen is onze geest in zo'n gemoedsgesteldheid, dat zij Uw stem weet te onderscheiden van de vele stemmen om ons heen.

Verbreek dat harde hart, o Heer! Genees ons en geef ons een vlezen hart. Heer Jezus, giet Uw balsem uit over de wonden van ons door zonden verscheurd Iichaam.

Doe ons verlangen gans en al te sterven aan de zondige neigingen van de oude mens die wij nog zo dikwijls toestaan om in ons te heersen.

Verlos ons van alle huichelachtige vroomheid! Verlos ons ook van alle overtollige woorden, die wij slechts uit gewoonte tot U richten zonder dat wij hun inhoud in onszelf ervaren.

Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, laat de machtige bloedstroom van het kruis op Golgotha geheel onze harten reinigen, genezen en vullen. Want het bloed van Jezus Christus is ware drank en zijn vlees is ware spijs.

Giet over ons uit de olie van de Heilige Geest, zodat wij geheel beveiligd zijn door zijn zalving.


Vergeef ons

Vader, vergeef ons als natie. Wij hebben ons laten verontreinigen door alle kennis van de ten onrechte genoemde wetenschap die de zondige mens centraal- en haar lusten, neigingen en behoeften normatief heeft gesteld. En wij zijn meegesleurd in deze stroom van vuil en modder.

Vaak hebben wij de listen van de boze niet onderkend en waren wij verward door vele gedachten die opkwamen in onze menselijke geest.

Een stroom van vuilheid en onzedelijkheid baant zich een weg door ons land. Wij begeren niet meer onze lichamen en zielen Gode te heiligen en zoeken naar eigen wegen om tegemoet te komen aan de vele begeerten die ons vervullen. Vergeef ons als natie, o God, laat het vuur van de Heilige Geest ons reinigen van al deze verkeerdheid. Laat ons niet menen beter te zijn dan die ander. En laten we ons geloof alleen bouwen op de genade van Jezus Christus.

Verlos ons, heilige Vader! Help ons te geloven in de volkomen verlossing door Jezus Christus naar ziel, geest en lichaam en ban alle ongeloof uit onze harten.

Uw Woord zegt, dat alleen zij die nederig zijn, genade vinden in uw ogen. Help ons ootmoedig met U te wandelen en breng een volkomen reiniging in onze harten tot stand. Geef ons weer die kracht van de Heilige Geest, zoals deze openbaar werd in het begin van de Gemeente.


Schenk ons

Heer Jezus, uw Geest betuigt in ons dat uw komst zo nabij is en het verontrust ons niet, dat wij ons niet hebben toebereid. Wij voelen nog zo weinig verlangen om geheel, maar dan ook volkomen voor U te leven.

En toch komen we, Heer Jezus. Toch staan we U toe, dat het vuur van de Heilige Geest alle eigen begeerte uit onze levens wegbrandt, opdat wij niet beschaamd zullen staan bij Uw komst.

Naar Uw Woord zijn wij de goddelijke natuur deelachtig geworden in Jezus Christus (2 Petrus 1: 4). Help ons dan te wandelen zoals Jezus Christus over deze aarde ging, vol van ontferming en bewogen om de nood van de zondaren en vervuld van goedheid en oprechte liefde.

Verlos ons van alle vleselijke begeerten die strijd voeren tegen onze ziel. En schenk ons genade om dwaas in de ogen van de mensen te durven zijn.

Als wij onze levens aan Uw heilig leven weerspiegelen, dierbare Heiland, dan worden we rood van schaamte en belijden voor U, dat we alleen onszelf hebben gediend en niet in waarheid Uw Koninkrijk hebben gezocht.

Wij zijn zo hoogmoedig geworden, dat wij helemaal niet verlangen om onze naaktheid en ellende voor U te belijden. Wij zijn gelijk aan hen van Laodicea, die zeiden, dat zij rijk en verrijkt waren en aan niets gebrek hadden.


Leid ons

En nu komt Gij tot ons en zegt: “Daarom raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt.

Allen die Ik liefheb bestraf en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnen komen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon. Wie een oor heeft, laat die horen wat de Geest tot de gemeenten zegt."

Hier zijn wij dan, Heer Jezus. Leid ons op al onze wegen. Dat godsvrucht en oprechtheid ons mogen behoeden. En geef ons dan, dat wij nooit zullen nalaten om met een volkomen vertrouwen te geloven in uw genade.

Amen

II Verootmoediging

Omwille van de rechtvaardigen

Zo spreekt de Geest tot de gemeenten van dit volk: Mijn kinderen, Ik weet dat velen in dit land Mijn aangezicht in oprechtheid, verootmoediging en in waarheid zoeken. En daarom is het, dat Ik Mijn genade rijkelijk over u wil uitstorten, indien gij gewillig blijft om te doen wat Mijn Geest tot uw harten spreekt.

Scheiding

O Mijn kinderen, zeer velen die zeggen dat hun zonden weggedaan zijn door het bloed van Mijn Zoon, wandelen als onreinen en zijn schandvlekken in Mijn heilige Gemeente. O Mijn kinderen, gij beseft niet meer, dat Ik en Ik alleen de Heer ben van de Gemeente. Zo velen van u wandelen naar hun eigen gedachten en geven geen acht meer op de vermaning van Mijn Geest. Mijn kinderen, weet, dat nú het ogenblik is gekomen, dat Ik door Mijn Geest een grote scheiding onder u teweeg breng. Ja, het is nu de tijd, dat Ik het kaf van het koren scheidt. De komst van Mijn Zoon is zo zeer nabij. Doch Ik ben er ontzet over dat Mijn kinderen niet meer uitzien naar Zijn komst.

Eigendunkelijke godsdienst

Gij laat u leiden door allerlei gedachten van mensen. Gij discussieert en zet u af tegen elkaar en daardoor verontreinigt gij u. De een verheft zich boven de ander en gij strijdt over Mijn Woord in plaats van ootmoedig te luisteren naar Mijn stem. Denkt gij Mijn kinderen, dat Ik de geheimenissen van Mijn koninkrijk vast laat leggen aan uw eigen wijsheid? Weet, dat Ik God ben, hoog boven u verheven en dat Ik gediend wil worden in nederigheid en met ootmoed.

Gij strijdt en gij discussieert. Uw samenkomsten zijn niet meer tot zegen omdat gij Mij verlaat. Gij hebt van Mijn boodschap een eigendunkelijke godsdienst gemaakt. Ik ben de soevereine Heer, die Mij niet laat knechten door uw redeneringen en uitspraken. Ik verafschuw al uw theologische systemen en belijdenissen.

Wie denkt gij, Mijn kinderen, die Ik ben? Gij denkt, dat Ik ben zoals gij? Gij denkt over Mij naar uw eigen menselijke maatstaven. De overleggingen van uw verstand over Mij en Mijn dienst zijn in de plaats gekomen van de verwondering over uw redding en de aanbidding van Mijn heerlijkheid. Heb Ik u niet Mijn Woord gegeven? Waarom vraagt gij niet naar de verlichting van Mijn Geest, die Ik u beloofd heb?

Leraren naar uw eigen begeren

Gij hebt u duizenden leraren aangesteld, doch zeer weinigen van hen zijn door Mij aangesteld. Zoals steeds weer opnieuw hebt gij u gesteld onder leringen van mensen. Uw bijeenkomsten zijn onderworpen aan afgebakende systemen. Waarom staat gij niet meer toe, dat Mijn Heilige Geest de Leidsman is in uw bijeenkomsten?

Zoals het volk Israël een koning begeerde, zo hebt gij u vele leidslieden aangesteld, die Ik niet heb aangesteld. Mijn knechten zeggen overal: “Vrede, en geen gevaar. " Gij hebt u leraren verzameld naar uw eigen begeren, die tot u spreken naar de verlangens van uw eigen hart. Gij zijt rijk en verrijkt en gij weet niet dat gij zijt ellendig, arm en naakt. Mijn Geest ontzet Zich over de ontheiliging van Mijn Naam. Gij overweegt leringen van boze geesten en slechte mensen en vraagt niet meer naar Mijn leiding en gij verlangt Mijn stem niet meer te horen. Gij zijt een boos en hardnekkig volk. Gij laat u te allen tijde leren zonder ooit tot erkentenis der waarheid te komen. Gij laat u leiden door vele dwaalgeesten. Wat houdt gij u bezig met allerlei zogenaamde wetenschappen? Gij toetst Mijn Woord aan uw kennis. Wie denkt gij wel, die Ik ben? Ik lach om uw kennis, gij vermetelen! Denkt gij, dat uw kennis en uw twijfelachtige wetenschap u zal redden van het komende verderf, dat zeer vast is besloten? Gij zijt allen blinden en blinde leidslieden weiden u.

Och Mijn volk, Mijn volk, kom dan weer opnieuw tot Mij. Dan Zal Ik Mij door u laten vinden, indien gij tot Mij komt in ootmoed onder belijdenis van uw zonden en indien gij wegwerpt de kennis en wijsheid van mensen, die zo zeer de doorwerking van Mijn Heilige Geest in de weg staan.

Doch Mijn volk, indien gij niet hoort naar Mijn stem, dan Zal Ik u voor Mijn aangezicht verwerpen en u voor eeuwig verdoemen. Weet, dat Ik het ben, die tot u spreekt, en die zeker zal doen alles wat in Mijn Woord staat geschreven. De goddelozen zullen worden tot een eeuwig afgrijzen maar de rechtvaardigen zullen stralen als de zon.

Het bloed van Christus

Komt dan tot Mij, de Zon der gerechtigheid. Laat toch uw zonden en vuilheid afwassen door het bloed van Mijn geliefde Zoon. Waarom denkt gij zo klein over het offer van Mijn Zoon? Mijn volk, uw kracht is in het bloed van Mijn Zoon. Dit bloed is u gegeven tot vergeving van uw schuld doch ook tot bewaring voor de macht der zonde. Als gij schuilt achter het bloed van Mijn geliefde Zoon, weet, dat dan geen enkel kwaad u zal kunnen deren. Want er is grote kracht in het bloed van Mijn Zoon. Zo gij gelooft, zult gij het ervaren.

In de verdrukking

Mijn volk, het is nu de tijd, dat Ik Jezus' bruid toebereid. De bruiloft van het Lam is zo zeer nabij. Mijn volk, Mijn volk, Mijn Geest heeft zeer grote haast want de tijd is nabij. Waarom onderscheidt gij niet meer de tekenen van de tijd? Heeft Mijn Zoon u niet alles voorzegd wat aan zijn komst vooraf zou gaan? En gij onderkent het niet. Gij zegt: “De tijden zijn niet anders dan vroegere tijden." Let op de vijgenboom. Let op het huis van Israël. Wanneer de vijgenboom uitbot, dan is zijn komst nabij.

Hoe woeden de volkeren en maken zij zich gereed tot de strijd. En gij bemerkt het niet. Ja, gij bemerkt het wel, maar gij onderkent het niet. Gij sust uw hart en denkt dat de wereldmachten elkaar wel in evenwicht zullen houden. Gij denkt dat de een voor de ander niet zal durven. Maar opnieuw zal een grote wereldbrand over de aardbodem komen, groter en verschrikkelijker dan die tot nog toe ooit geweest zijn.

Doch Mijn volk, weet, dat indien gij bij Mij schuilt, dat, wanneer het zover is, u geen kwaad zal deren. In de verdrukking zult gij Mijn beschermende en bewarende hand ervaren. Ikzelf ben uw beschermer. En wanneer zij u zullen overleveren aan de gerechtshoven, dan zult gij u indachtig worden, dat Ik u niet heb verlaten en dat Mijn Geest in alle verschrikkingen u te hulp zal komen. Ik die u roep, Ik ben getrouw. Ik ben een God die niet liegen kan. Maar Ik heb tegen u, dat velen, die zeggen dat zij geloven in Mij, toch liegen. Zij vertrouwen op hun eigen verstand en op hun eigen kracht.

Een volkomen verlossing

Och Mijn kinderen, wat zijn toch velen onder u verblind. Koopt toch van Mij ogenzalf opdat gij weer zult zien. Daarom Mijn kinderen, is er onder u zulk een grote krachteloosheid. Uw verstand en uw eigen inzicht belemmeren steeds de doorwerking van Mijn Geest.

Ik ben verlangend om te genezen en te herstellen en om u te bevrijden van alle banden waarin de satan u gevangen houdt. Maar gij durft niet te komen, omdat uw gedachten verblind en verduisterd zijn geworden door de vorst van de duisternis. Mijn Zoon heb Ik u tot een licht gegeven opdat uit uw leven elke duisternis verbannen zou worden en gij licht zoudt worden, aan dat van Mijn Zoon gelijk.

Waarom, Mijn kinderen, zijn velen onder u zo beangst en bevreesd voor Mij? De vader der leugen houdt u gevangen in de overleggingen van uw eigen hart.

Mijn Zoon heeft op Golgotha alle machten en overheden ontwapend en een volkomen overwinning behaald. Voor eens en voor altijd heeft Hij het verlossende "Het is volbracht" uitgeroepen. Uw blijdschap en uw vreugde, uw verlossing en uw heil worden alleen gevonden in Mijn Zoon.

Valse herders

Ik verafschuw die valse herders, die het bloed, het verlossende bloed van Mijn Zoon smaden. Ik zal hen straffen en hen voor Mijn aangezicht wegdoen. Wat denken zij toch, die vermetelen? Zonde na zonde stapelen zij op zich en zij weerhouden het volk om tot Mij te komen, opdat Ik hen zou verlossen en bevrijden.

Wee u, gij valse herders, die uzelf weidt. Gij, die zegt: “Vrede, vrede en geen gevaar." Ik vermaan u, gij dwaalleraren, dat, indien gij niet tot inkeer en verootmoediging komt voor Mijn aangezicht, Ik u zal doen worden tot een eeuwig afgrijzen.

Toenemende zedeloosheid

Mijn volk komt tezamen, doch niemand onder u zoekt Mij in geest en in waarheid. Gij spreekt van eenheid en samengaan maar gij wilt niet de eenheid, die bewerkt wordt door Mijn Geest. Want, gij hardnekkige kinderen, gij weet dat, indien gij tot Mij komt, gij niets meer voor uzelf over houdt. Gij wilt de prijs niet betalen en daarom gaat gij mank aan beide zijden. Weet gij niet, dat Ik Mij een volk heb afgezonderd voor Mijn Zoon? Een volk, gescheiden van deze boze wereld, die haar heiligheid zou volmaken in vreze en beven. Maar evenals het volk Israël neemt gij u dochters en zonen uit de heidenen en gij zijt samen geworden onbesneden van geest en hart. Ik verafschuw uw levenswandel en uw ontheiliging van Mijn instellingen. Naar Mij wilt gij niet luisteren omdat gij gevangen zijt in de lusten van uw vlees en niet meer het heilige van het onheilige onderscheidt. Groot en vreselijk is de toenemende zedeloosheid onder u.

Waarom wilt gij niet luisteren naar Mijn stem en naar Mijn Woord? Uw wegen zijn wegen van onvrede. Wat zijt gij verward in de strikken van de boze.

De stem van de goede Herder

Komt, komt, komt en Ik zal u verlossen! Het juk van de zondemacht zal Ik wegbreken uit uw leven en daarvoor zal Ik u het juk geven van Mijn Zoon, want het juk van Mijn Zoon is zacht, en licht. Hoort naar de stem van de goede Herder en Hij zal u leiden in vrede en in waarheid. Hij zal uit u wegnemen alle verdeeldheid van het hart en Mijn vrede zult gij daarvoor ontvangen.

Mijn volk, Mijn volk, Ik wil u toebereiden. Ik wil, dat gij uw klederen zult wassen in het bloed van het Lam opdat gij weer rein zult worden en gij de bruiloft van Mijn Zoon waardig zult zijn. Want wat heeft het heilige gemeenschappelijk met het onheilige en welke gemeenschap heeft de duisternis met het licht?

Vasten en gebed

Ik verdraag het niet, dat gij elkander bijt en opeet en dat gij niet eendrachtig uw knieën buigt met vreze en in ootmoed. Waarom vraagt gij niet gezamenlijk naar Mijn wijsheid? De een verheft zich boven de ander en geen van u acht de ander uitnemender dan zichzelf. Gij werpt u op tot profeten en leraren zonder te weten waarover gij zo stellig spreekt of schrijft. Gij veroordeelt elkaar en daardoor zijt gij er oorzaak van dat het Lichaam van Mijn Zoon steeds meer ontheiligd en verontreinigd wordt. Gij zijt gehaast en gij gunt u geen tijd meer om Mij te zoeken in vasten en in gebed. Indien gij naar Mijn woorden luistert, zal Ik u tijden van verademing geven.

Eén kudde onder één Herder

Doch niet allen onder u gaan hun eigen weg. Ik zie onder u ook getrouwen, die in oprechtheid van het hart Mijn wil doen en daarnaar zoeken. Mijn kinderen, Ik doe een werk onder u en wie doorgrondt het? Gij zult u verbazen over datgene wat Ik tot stand zal brengen en wanneer gij het aanschouwt, zult gij u in aanbidding voor Mij neerbuigen. Mijn eer geef Ik aan geen ander. Ik ben de Heer en Ik zal het doen. Ik ben die Ik ben, het Begin en het Einde.

Hoort dan Mijn volk en komt tot verootmoediging voor Mijn aangezicht. Uw gelach moet veranderen in treurigheid. Komt dan tot berouw en Ik zal u geven een heerlijkheid, gelijk aan die van Mijn Zoon. Zoekt Mij en beeldt u niet in, dat uw eigen wijsheid u zal redden. Ik wil dat gij allen opnieuw met vreze en beven Mijn aangezicht zoekt onder belijdenis van uw zonden. Zeg niet, dat gij dit niet van node hebt en denkt niet, dat het bij u wel in orde is. Want juist dan, wanneer gij dit bedenkt, bewijst gij daardoor dat gij nog staat in uw eigen kracht en in uw eigen wijsheid.

Mijn volk, het zal worden één kudde onder één Herder. Ik de Heer, Ik zal het doen. De dorstige zal Ik geven van het water des levens om niet. En de hongerige zal Ik geven van het verborgen manna.

Wanneer gij doet, al datgene wat Ik tot u gesproken heb, dan zult gij in Mij vreugde hebben. Een vreugde en blijdschap zoals de wereld die niet kan ontvangen. En Mijn kracht zal uw sterkte zijn. Voor Mijn aangezicht zult gij u verheugen en Mijn vrede zal uw deel zijn. Ik de Heer, Ik heb het gesproken en Ik zal het doen. Hoort dan, wat de Geest tot de gemeenten spreekt.

III Kracht van Omhoog

De wereldmachten

O gij volkeren, spreekt de HERE God, gij gaat wegen die gij zelf niet beseft. De wereldmachten maken zich gereed tot de strijd. Het rijk van de antichrist wil genieten een vrede zoals satan haar voorspiegelt, doch zij beseft niet, dat zij de weg opent voor de openbaring van Mijn vrederijk.

Niet meer door water zal de wereld vergaan, maar door vuur. In Mijn wijsheid heb Ik besloten, dat de machten die Mij vijandig gezind zijn, zichzelf zouden vernietigen door met elkaar te strijden. De smalende woorden over "een God der liefde" zullen in hun monden besterven en in doodsangst zullen zij tot de bergen roepen om hen te bedekken. Zij zullen zichzelf oordelen door niet te hebben acht geslagen op Mijn geboden en inzettingen.

Niet bevreesd

Ach, gij volkje des Heren, gij zult niet bevreesd zijn. Want te midden van het geweld en te midden van de verschrikkingen der oorlog, zal Ik u leiden naar grazige weiden.

Hij komt

Wanneer de weeën over de aarde losbreken, heft dan uw ogen omhoog, want dan zal Jezus Zich openbaren op de wolken van de hemel. Zie, Hij komt met Zijn heilige engelen en hen, die verlangend uitzagen naar zijn openbaring, zal Hij verzamelen van de vier windstreken der aarde. Zoals Ik Israël heb geleid uit de slavernij van Egypte en hen door de woestijn bracht in het aardse Kanaän, zo zult gij, volkje des Heren, de wolkkolom blijven volgen en niet vreesachtig worden. Als gij in Mij blijft geloven, dan zal Ik het water van machten en demonen voor u scheiden en u voeren naar het hemelse Kanaän. De dag van Christus’ komst zal u niet als een dief overvallen (1 Thess. 5:4). Maar denk niet haar te berekenen, want Ik wil, dat de rechtvaardige alleen door het geloof zal leven. Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen en door het geloof zullen voor u de wetten van de zwaartekracht worden opgeheven als de stem van de aartsengel en het geluid van de bazuin zal klinken.

De komende tijden

Verheugt u, gij volkje des Heren! Vreest hen niet, die wel het lichaam kunnen doden, maar uw ziel niet weten te verderven. O gij volkje, gij allen die Mijn wil verlangt te doen, wel vermaan Ik u, u toe te bereiden en de gave van de Heilige Geest te zoeken, want de komende tijden zullen zeer zwaar zijn. Ziet toe, dat wat gij hebt u niet zal worden ontnomen.

Gods heilige Naam

Ik gruw van de ontheiliging van al Mijn instellingen. Bij bijna niemand is een vreze voor Mijn heilige Naam. Ik ben Jehova en buiten Mij is er geen ander. Scheidt u af van deze wereld. Raakt het onreine niet langer aan. Doet aan de wapenrusting Gods om te kunnen standhouden tegen de verleidingen van de boze.

Aangedaan met Gods kracht

Laat u aandoen met Mijn Kracht. Alleen de dorstige kan Ik het levende water geven, namelijk de Geest des levens. En een ieder, die niet is aangedaan met Mijn Kracht, zal niet in staat zijn de invloeden der boze geesten van zich te weren. Mijn Geest en Christus’ bloed heb Ik u gegeven.

Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal Ik het doen. Het is Mijn Heilige Geest, die het bloed toepast aan uw harten en daarna in u woning wil maken. Om toegerust te worden met Kracht van Omhoog, hebt gij u in volkomenheid af te zonderen van deze boze en verdorven wereld, want Mijn Geest geef Ik aan hen, die Mij gehoorzaam zijn. Uw leven is verborgen met Christus in God. Zoals Christus uw leven is, zo is Mijn Geest voor u de zuurstof die u omgeeft, doch ook binnen in u is. Gij zult navolgers zijn van de Christus.

Ontledigt u

Zo spreekt de Zoon van God: Denkt gij niet aangedaan te moeten worden met Kracht uit de Hoge, als Ik, toen Ik bij u op aarde was, dit wel van node had? Gij beseft nog weinig van Mijn Woord.

Uw eigen kennis en inzicht zult gij als vuilnis achten en gij zult u uitstrekken naar alles wat Ik te geven heb. Ontledigt u, Mijn kinderen, van alles wat u nog bindt aan deze wereld. Want het is voor Mij onmogelijk dat Ik gemeenschap heb met het onreine. In de wereld lijdt gij verdrukking. Doch Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken. Die vuil is, hij worde nog vuiler; die rein is, hij worde nog meer gereinigd.

Uw leven inzetten

Zie, gij zult uitgaan naar alle windstreken der aarde en de laatste halmen van Mijn oogst binnen halen. Zoals Ik Mijn leven heb ingezet om de verlorenen te redden, zo zult ook gij uw leven inzetten om hen te brengen aan Mijn voeten. Gij zijt nog zo aards gezind en gij hebt nog zo veel oog voor aards gewin. Maar Mijn volk, verzamelt u boven alles hemelse schatten, waar geen roest ze verteren. Zoekt eerst Mijn Koninkrijk en Mijn gerechtigheid en daarnaast zal Ik u alles geven, wat gij van node hebt.

Christus heeft de wereld overwonnen

Op Golgotha heb Ik alles wat voor uw verlossing nodig was, volbracht aan het kruis. Doch gij hebt voortdurend nodig naar Mijn woorden te zoeken, opdat geen valse gerustheid u buiten Mij zal brengen. Ook wanneer het bloed is toegepast aan uw harten en Mijn Heilige Geest in u woning heeft gemaakt, hebt gij toch dagelijks nodig Mij te zoeken in geest en in waarheid. Weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.

Ikzelf ben u geworden tot wijsheid, rechtvaardiging, heiliging en verlossing, opdat elk schepsel alléén zijn Schepper zal verheerlijken.

Mijn volk, Mijn volk, Ik heb de wereld overwonnen en Ik ben bij machte u te bewaren voor de boze. Alleen aan hen, die ootmoedig zijn en nederig van hart, kan Ik Mijn heerlijkheid en wijsheid openbaren.

De geheimenissen

Ik verfoei het, dat velen, die zeggen in Mij te geloven, slechts met hun verstand in Mij geloven. Hun vrede is een aangeleerd gebod van mensen. Alleen diegenen, wier harten gewassen zijn door Mijn bloed en in wie Mijn Heilige Geest
woning heeft gemaakt, zal Ik kennis geven en de geheimenissen van Mijn koninkrijk openbaren. Ik heb u lief met een eeuwige liefde en Ik zal zeker doen alles wat Ik tot u gesproken heb. Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.

lV Gods oordelen

Een geluid van krijgsrumoer

In het westen wordt een geluid gehoord van krijgsrumoer en in het oosten trekken de legers zich samen. Zij zien niet in, dat Ik hen samenbreng en vast besloten ben over hun vernietiging.

Het volk van het westen sloeg geen acht meer op Mijn geboden en inzettingen, ondanks dat Ik veel van Mijn heerlijkheid onder hen openbaarde. Zij hebben zich andere goden verkozen en zijn deze ontuchtig achterna gelopen. Hun goden zijn het geld, hun pracht en hun praal. Mijn heilige wetten hebben zij versmaad en elke man heeft gemeenschap met de vrouw van zijn naaste. Zou Ik dan niet toornen en zou Ik hen dan niet straffen en hen wegvagen van deze aardbodem? Groot is de zedeloosheid in het land van het westen. Er is niet meer rechtsbetrachting, maar rechtsverkrachting. Zij hebben de HERE der heerscharen gesmaad met hun vermetele kennis en zogenaamde wetenschappen. Het heelal, dat Ik door Mijn grote wijsheid tot stand heb gebracht, denken zij te onderwerpen aan hun vermetele techniek.

Verborgenheden

Heeft Mijn knecht Daniël niet geprofeteerd, dat in het laatst der dagen de kennis vermeerderd zou worden? O Mijn volk, geef acht op alles wat Ik door Mijn knecht Daniël aan u heb geopenbaard. Voor hen die ootmoedig zijn, worden de zegels van deze verborgenheden ontsloten. En zij die het geringst zijn onder uw dienstknechten, zullen kennis hebben van de wegen des Heren. De goddelozen werpen zichzelf op tot goden. En smadelijk roepen zij: "Waar is uw God?" Hun goden zijn hun techniek en hun verderfelijke vernietigingswapens. De vorst der leugen doet hen denken, dat door hun macht een wereldvrede tot stand zal worden gebracht.

Uitzien naar Christus komst

Ja, zowaar als Ik Jehova heet, de goddeloosheid van de volkeren uit het oosten is nog groter dan die van het westen. Mijn dienstknechten en dienstmaagden vervolgen zij met het zwaard en zij vertreden al Mijn heilige instellingen. Zij denken een vrederijk op deze aarde te stichten, doch de vorst der duisternis heeft hen met blindheid geslagen. Zou Ik Mij niet ontzetten wanneer het recht wordt verkracht, waar het huwelijk wordt ontwricht en men de kinderen veracht en wanneer een ieder doet naar wat goed is in zijn ogen?

O gij volkje des Heren, maakt u dan los van alle goddeloosheid van deze aarde. Laat u niet langer verontreinigen door haar invloeden. Doet weg al datgene wat naar onreinheid riekt en verlustigt u in Mijn geboden en instellingen. O gij volkje des Heren, gij die de bruid zijt van Mijn geliefde Zoon, Ik wil dat gij weer zult uitzien naar zijn komst op de wolken des hemels. Is dat een ware bruid, die niet verlangt naar de vereniging met haar bruidegom? Uw verbond is in het bloed van Mijn Zoon en de Geest is u gegeven tot onderpand. Doet dan weg, al datgene wat u afhoudt van Mij en reinigt u en heiligt u opdat gij recht zult hebben om in te gaan in het huis met de vele woningen. Zie, er is u een plaats bereid en Ik wil, dat gij zult zijn daar waar Ik ook ben.

Ook Mijn volk Israël zal weer gaan luisteren naar Mijn stem. Zijn ogen zullen ontsloten worden wanneer het beest zich in de tempel heeft gezet om zich te laten aanbidden. En zij zullen inzien, dat zij de Heer der heerlijkheid hebben verworpen. Dan zullen zij zich voor Mij neerbuigen en Ik, de Heer, zal dan voor hen strijden omdat zij zich bekeerden tot de Heer, hun God.

Ik zal Mijn rijk vestigen op deze aarde en er zal vrede zijn en gerechtigheid. Gans Mijn volk zal behouden worden ter wille van het verbond, dat Ik met hen sloot. Ik, de Heer, Ik zal het doen en geen Woord dat van Mijn mond uitgaat, zal krachteloos zijn.

V De eenheid van de Gemeente

Een oprecht en rein hart

Mijn hart verlangde naar kennis aangaande de wegen van de Heer. Maar de Heer sprak tot mij, zeggende: Ziet wel toe Mijn kind, dat gij u alleen tot Mij begeeft met een oprecht en rein hart, waarin de liefde het belangrijkste beginsel is. Mijn knecht David had Mij lief met zijn ganse hart en daarom was Ik hem genadig en was Mijn Geest op hem, toen hij vele psalmen schreef. Hij wist niet, dat na hem vele miljoenen zouden worden getroost en bemoedigd door het lezen van deze woorden, die in alle geslachten een weerklank hebben gevonden in de harten van de mensen.

Kennis alleen maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. Zo geef Ik u niet van Mijn wijsheid om alleen zelf daarvan te genieten. Maar Ik wil, dat wat Ik u toevertrouw, gij zult doorgeven aan anderen. Alleen wanneer gij uw leven verliest om Mijnentwil, zal het waarachtige Leven in u toenemen, dat u toestroomt vanuit Mijn enig geboren Zoon.

De Gemeente van de Heer

Velen verzamelen zich kennis en tobben zich af met het lezen van vele boeken over Mij en Mijn koninkrijk maar in hun harten is niet het verlangen Mijzelf te ontvangen in al mijn heerlijkheid.

Indien zij Mij waarachtig zochten in geest en in waarheid, zou dan niet de Gemeente van de Heer functioneren als een kostbaar uurwerk waaruit het kleinste raadje niet gemist kan worden?

Zó heb Ik het oorspronkelijk bedoeld, maar het hart van de mensen is boos, vanaf hun jeugd. Zij bestrijden elkaar maar laten zich niet leiden door Mijn goddelijke bewogenheid. Velen komen niet tot Mij, omdat Mijn kinderen op aarde nog zo’n vleselijke wandel leiden.

Een zeer hechte eenheid

Doch ziet toe, want in deze dagen zal Ik een groot werk tot stand brengen. Al Mijn kinderen die Mij aanbidden in geest en in waarheid, zal Ik samenvoegen tot een zeer hechte eenheid. Als zij bij elkaar komen zal hun enig begeren zijn, hun Schepper te eren en elkaar te dienen. Hun wegen zijn liefelijke wegen en hun aangezichten zullen stralen van vreugde. Mijn Heilige Geest zal woning in hen maken, zodat zij vol zullen zijn van de heerlijkheid des Heren.

Koningen en priesters

Maar Mijn Gemeente voeg Ik niet zo bijeen, zoals gij u dat voorstelt. Velen zullen zich door Mij laten toebereiden, maar ten opzichte van de vele miljoenen die op de aardbodem wonen, zullen het er weinigen zijn. En zij zijn het, die met Mij zullen regeren als koningen en priesters, die duizend jaren, als Mijn vrederijk op deze aarde is gevestigd geworden.

Gebruikt het talent

Mijn kinderen, gebruikt het talent, dat Ik u heb toevertrouwd en zoek vóór alles Mijn Koninkrijk en Mijn gerechtigheid. Velen wachten op uw woorden en op uw liefderijke hulp. Als gij waarachtige liefde tot Mij en tot elkaar hebt, hoe zal dat dan voor deze wereld verborgen blijven? Velen hunkeren nog naar die vrede, die Ik hen alleen kan geven, maar de liefdeloze wandel van vele van Mijn kinderen weerhouden hen om tot Mij te komen.

Ach, Mijn kinderen, spreekt de Heer, waarom doet gij toch zo uw best uzelf te verontschuldigen en zoekt gij naar allerlei motieven, die geen stand kunnen houden. Laat uw blinde ogen door Mij genezen en beeldt u niet in, dat gij Mij zoudt kunnen behagen met de werken van uw eigen handen.

Wordt toch gehoorzaam en laat u door Mij terecht brengen. Ik ken u wel en Ik alleen weet, wat gij van node hebt. Alleen die nederig zijn ontvangen genade.

Verheugt en verblijdt u, gij kuddeke, want het is Mijn welbehagen geweest Mijn heerlijkheid onder u te openbaren. De dorstige zal Ik geven van het water des levens om niet en de hongerige zal Ik voeden met het verborgen manna.

Voedsel voor uw ziel

Ik ben het brood des levens, spreekt de Zoon van God. Ik Zelf ben u geworden tot voedsel voor uw ziel. En alleen Mijn bloed is ware drank opdat gij niet zoudt dorsten. Gij allen die Mij liefhebt in waarheid, zoekt Mij bestendig en laat u leiden door wat Ik u gebied. Dan zal de beker van uw heil overvloeiende zijn en gij zult voortdurend juichen voor het aangezicht van Mijn Vader.

Dan zal Ik uw leven worden, spreekt de Zoon van God. Ik zal uw wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en uw verlossing zijn. Een ieder, die waarlijk naar Mij verlangt, zal niet alleen naar deze woorden horen, maar er ook naar handelen.

Vl Beproeft de geesten

Wie kan bestaan voor uw aangezicht

Het Woord van de Heer kwam tot mij, zeggende: Profeteer mensenkind en veronachtzaam niet alles neer te schrijven wat Ik u gebied.

Maar ik zei: Ach Heer, mijn ziel is beangst en vreesachtig om neer te schrijven, wat U van me vraagt. Want wie zal geloof hechten aan deze woorden? Zij zullen zeggen: Het zijn woorden van een waanzinnige, van iemand wiens verstand verbijsterd is. Uw knecht is zo vreesachtig, o Heer, omdat hij twijfelt over hetgeen U tot hem spreekt en denkt, dat het woorden zijn naar de ingeving van zijn eigen hart. Ook weet uw knecht, dat hij meermalen zelf zo ernstig gefaald heeft in zijn leven en is vreesachtig dat een menselijke overmoed zich van hem meester heeft gemaakt. Ach Heer, als gij in het gericht wilt treden, wie kan dan bestaan voor uw aangezicht? Gij zijt de geduchte en heilige God en Gij alleen toetst de gedachten en overleggingen, die opkomen in de menselijke geest. Ach Heer, beproef mijn hart en weerhoud uw knecht van wegen, die niet van u zijn.

Ik ben zo beangst en bevreesd voor wat de mensen over mij zullen zeggen en wel het meest voor de beoordeling van eigen broeders en zusters. Uw knecht weet, dat er in de loop der tijden vele dwaalgeesten zijn geweest, die bezit namen van de harten van mensen en het volk in valse wegen zijn voorgegaan. Mensen, die spraken en profeteerden in uw heilige Naam, maar hun wandel was niet uit de Heilige Geest. Uw knecht weet, dat velen de Godheid van uw eniggeboren Zoon hebben geloochend en de verzoenende werking van zijn bloed hebben gesmaad. Ach Heer, versterk dan het hart van uw knecht en beproef en toets mijn geest.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Nu Heer, ik zal niet vrezen maar vertrouwen op de leiding van uw Heilige Geest, van Wie ons geopenbaard is, dat Hij ons de toekomst zal verkondigen.

Om Zijnentwil

Ik en Ik alleen beproef en toets de menselijke geest en Ik ben ontzet over velen, die brallen over Mijn heilig evangelie, doch hun leven niet aan Mij hebben toevertrouwd.

Doch Mijn knecht, weet dat het alleen Mijn genade is, die u verkiest en u bestemt om tot een mond van Mij te zijn. Wel wil Ik, dat gij u volkomen zult heiligen en reinigen en dat gij uw lichaam zult stellen tot een Mij welgevallig offer.

Gij zult weten, Mijn knecht, dat uw heiliging en verlossing alleen bestaan in de verdienste van Mijn Zoon. Want om Zijnentwil heb Ik u genade betoond en Ik heb u niet uitverkoren naar de mate van uw eigen rechtvaardigheid.

Maar Mijn zoon, Ik heb er een welgevallen in gehad, dat gij u voor Mijn aangezicht hebt vernederd en dat gij uw zonden bij naam hebt genoemd en hiervoor de reiniging door het bloed van Mijn Zoon hebt aangeroepen. Daarom heb Ik u gehoord en daarom is het, dat Ik Mijn wil verlang bekend te maken.

Houdt u dan verre van enige bezoedeling des vlezes en jaagt naar de heiligmaking zonder welke niemand de Heer zal zien.

De eer van Gods heilige Naam

Ik ben de Alpha en de Omega, spreekt de Zoon van God, het Begin en het Einde. En in Mij wordt gevonden de weg die u leidt ten leven. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, en geen zondaar zal behouden worden, die een andere weg tracht te bewandelen dan die Ik u ben geworden. Ik verafschuw hen, die Mij met de lippen belijden doch met hun hart er ver van zijn om te doen, wat Ik hen gebied. Zij hebben geen verlangen om in Mijn wegen te wandelen en hun godsdienst is slechts een aangeleerd gebod van mensen. Mij zoeken ze niet, die vermetelen, maar wel zichzelf. Zij laten zich leiden door wat de mensen van hen verwachten. Zij spreken wel in Mijn Naam, maar zie, hun woorden zijn krachteloos omdat ze Mij niet hebben gezocht en zich niet laten geleiden ter wille van de eer van Mijn heilige Naam. Met hun mond belijden ze wel Mij te kennen, maar in hun harten wordt geen waarachtige Godsvrees gevonden.

Mijn dienaren zetten zich af tegen elkaar en allen zoeken zij hun eigen belang en niet Mijn heilige zaak. Zij laten zich beïnvloeden door de woorden en gedachten van niet geredde mensen en geven geen acht op de vermaning van Mijn heilig Woord.

Herders die zichzelf weiden

Ik verafschuw die valse herders, die zichzelf weiden en zo een verhindering vormen, dat het volk zich tot Mij zou bekeren en door Mij zou gaan leven. Ik was het niet, die hen beval, zich vele jaren te verdiepen in de wijsheid van mensen, voordat zij gerechtigd zouden zijn Mijn heilig Evangelie te verkondigen. Ik en Ik alleen ken de harten en toets hun daden. Zij spreken met bedrieglijke tong, daar zij zelf helemaal niet verlangen om zich voor Mij te buigen. Zij spreken wel over de dingen van het Koninkrijk Gods maar zij zullen eens rekenschap moeten afleggen over alle vermetele woorden, die ze in Mijn Naam hebben gesproken.

Christus triomfator

Ik ben de Heer en Ik ben niet veranderd. Ik ben Dezelfde en zie, Ik leef tot in alle eeuwigheden. De macht van de dood en het dodenrijk zijn door Mijn opstanding teniet gedaan en Ik zal zeker de herschepping voleindigen, die in Mijn bloed tot stand is gebracht. Wie een luisterend oor heeft zal zeker verstaan wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Vll God zoekt vrienden

Geopenbaard door de Geest

Innerlijk was ik de laatste dagen veel bezig geweest met de dingen van het Koninkrijk Gods en ik verlangde er naar mij te ontspannen door het lezen van een boek. Maar de Heer liet me niet met rust. Ik begreep dit alles niet, maar moest er aan denken, dat de natuurlijke mens niet bij machte is God te begrijpen en ik herinnerde mij de woorden van Paulus, waar hij aan de Korintiërs schreef:

"Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen die Hem liefhebben. Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest die in hem is. Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken.

Maar een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. Want wie kent de zin des Heren, dat hij Hem zou voorlichten? Maar wij hebben de zin van Christus.” ( 1 Kor. 2:9-16)

Ik opende mijn oor om Gods bedoeling te verstaan, waarom Hij mij bepaalde bij deze woorden.

Mijn kind, spreekt de Heer, waarom zijt gij toch zo kleingelovig? Uw hart is nog zo zeer gesteld op de dingen van deze aarde. En Ik wil niet, dat gij aards gezind zijt, maar dat gij zult staan in de vrijheid van Mijn Geest. Gij zult geen aandacht schenken aan die gevoelens die u weerhouden om naar Mijn stem te luisteren. En gij zult voorzeker neerschrijven, al datgene, waartoe Mijn Geest u dringt. Een stroom van onreine geesten infiltreert de harten van vele mensen en bergen van vuile en onzedelijke lectuur worden verspreid onder dit geslacht. Zoudt gij dan geen acht slaan op de stem van de Heilige Geest, opdat Hij u als instrument kan gebruiken om te spreken tot de harten van velen?

Nederig van hart

Maar Mijn kind, weest er toch waakzaam voor, dat gij niet overmoedig zult worden. Het is alleen Mijn genade geweest, die u heiligde tot het vervullen van deze taak. En alleen indien gij nederig van hart blijft, zal Ik u zeker niet terzijde stellen, maar u gebruiken in de dienst van Mijn heilig Evangelie.

Nog een zeer korte tijd

Waar zijn de voeten van hen, die bereid zijn Mijn evangelie uit te dragen tot aan de verste uiteinden van deze aarde? Ik ben lankmoedig jegens een ieder, want bij Mij is er geen aanzien des persoons. En het is Mijn heilige wil, dat állen tot bekering zullen komen. Wie van Mijn dienstknechten en dienstmaagden is dan getrouw om acht te slaan op Mijn roepstem, die hen ertoe dringt, uit te gaan naar alle windstreken van de aarde.

Zie, nog een zeer korte tijd is bepaald, voordat de oordelen over de volken zullen komen. Wie van Mijn kinderen is dan getrouw om hen nog de boodschap te verkondigen van Mijn grote liefde en ontferming? Een ieder van u zal zich voor Mij moeten verantwoorden naar de mate van zijn getrouwheid een getuige te zijn geweest in deze wereld. De volkeren van deze aarde wankelen ter slachting en bij weinigen onder u is een waarachtige bewogenheid om het behoud van hun zielen. Ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze maar veeleer hierin, dat hij zich zal bekeren tot Mij, en leven. Weet dan, dat wie een zondaar van zijn dwaalweg terug brengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden zal bedekken.

Toerusting tot dienstbetoon

Ik heb u in de vrijheid van Mijn Geest gesteld, maar Ik wil, dat gij vervuld zult worden met alle fijngevoeligheid, opdat gij voortdurend zult onderscheiden waarop het aankomt. Ik heb u geestelijke oren gegeven opdat gij zoudt verstaan al datgene, wat Ik tot u spreek, hetzij door Mijn Woord of hetzij door leraren die door Mij zijn aangesteld.

Ik heb zowel apostelen als profeten, zowel evangelisten als herders en leraren aan de gemeente gegeven om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon. Ik heb u geestelijke ogen gegeven opdat gij zoudt inzien, wat wel en wat niet uit Mijn Geest is. En het is bij de geestelijke geboorte en groei evenals bij de natuurlijke geboorte en ontwikkeling. Uw gehoor en uw gezicht moeten gescherpt worden opdat gij duidelijk zult zien. Indien gij gelooft, zult gij de heerlijkheid Gods zien.

Van aangezicht tot aangezicht

En Ik verlang ernaar met eenieder van Mijn kinderen te spreken, zoals Ik dat gewoon was met Mozes, Mijn knecht met wie Ik sprak van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend. Mijn zonen en dochters, spreekt de Heer, wie onder u lieden verlangt ernaar met Mij te verkeren en naast Mij te gaan, zoals Ik met Henoch wandelde? Ik, de HERE, Ik ben niet veranderd. En al deze dingen zijn neergeschreven, opdat ook in uw harten dat verlangen zou worden gevonden Mij te kennen als een vriend, als iemand, die geïnteresseerd is in alle dingen van uw bestaan. Ik alleen kan liefhebben met een volkomen liefde. Verheugt u en verblijdt u voor Mijn aangezicht, want zie, alléén goede dingen heb Ik voor u bereid. Indien gij Mij waarlijk liefhebt, zal Ik Mijzelf aan u openbaren. En eenieder, die acht slaat op de geboden van Mijn Zoon en daarnaar handelt, die is het, die Mij waarlijk lief heeft. En zijn geboden zijn niet zwaar, want al wat uit God is, overwint de wereld.

Vlll Uw verlossing is in Mijn bloed

Dit zegt de Zoon van God: Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en werp het pak van de zonden, waaronder gij zo zeer gebukt gaat, ver van u weg. Voor u ben Ik tot zonde gemaakt en door de hand van de Vader heb Ik de macht van de zonde aan Mij onderworpen. Zo zult ook gij, door te geloven in Mij, verlossing ontvangen van alle banden, die u knellen. Uw verlossing is in Mijn bloed, dat tot een teken is geworden van het nieuwe verbond. Door de offerande aan het kruishout op Golgotha en door Mijn opstanding uit de dood, ben Ik tot de Eerste geworden van vele broeders.

Uw leven is in uw bloed. Krachtens Mijn wil zijt gij eens en voor altijd geheiligd. Zo zijt gij voor de zonde gestorven, waarvan de kiem bestond in uw bloed. En door te geloven in de herscheppende kracht van Mijn bloed, is u de verlossing van uw sterfelijk lichaam ten deel gevallen. Verstaat gij het nu, dat Ik tot u gezegd heb:

"Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongste dage. Want Mijn vlees is ware spijs en Mijn bloed is ware drank. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij." (Joh. 6:53-57)

IX De engelen zijn dienende geesten

De vorst van deze wereld

Mijn kinderen, spreekt de Zoon van God, weet gij wel hoe groot de heerlijkheid is, die Ik u toebereid? Er gaat een roep over de ganse aarde: “Bekeert u tot de Heer, uw God en Hij zal Zich over u ontfermen." Velen zullen zich nog laten verzoenen met de Heer, hun God, door te geloven in Mij. Ik en de Vader zijn één.

Ik wil hen verlossen van hun armzalige genietingen. Elk mensenhart verlangt er naar om gelukkig te zijn, maar de vorst van deze wereld heeft hun zinnen zo verblind, dat velen Mijn heerlijkheid niet meer zien.

Zelfs vele van Mijn kinderen gaan gebukt en terneergeslagen door het leven, alsof zij in het geheel niet verlost zouden zijn. Ik heb u met vreugdeolie gezalfd, Mijn zonen. Bidt om geopende ogen, zodat gij u weer bewust gaat worden, dat gij Mijn Lichaam zijt. Een grote reiniging zal onder u voltrokken worden zodat, wat mank en kreupel is, niet meer onder u zal worden gevonden.

Slechts één geheimenis

O Mijn zonen en Mijn dochters, spreekt de Heer, hebt toch elkander van harte en bestendig lief. Weet gij het dan niet, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen? Heb Ik dan tijdens Mijn rondwandeling op aarde u geen voorbeeld nagelaten? Dient elkaar in de liefde indien gij de wet van Christus wilt vervullen.

Velen onder u zijn weerspannig door niet te luisteren naar Mijn stem. Indien gij u niet bekeert, dan zal Ik op de dag der benauwdheid ook niet naar u luisteren, als gij tot Mij roept. Er is slechts één geheimenis, waardoor gij zult leven: Geloven in Mij. Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; ja grote en heerlijke dingen bereid Ik u toe. Beijver u dan, Mijn volk, met Mij te zitten op Mijn troon en beijver u dan de kroon te verwerven, die Ik heb weggelegd voor hen, die Mij gehoorzaam zijn. Zoekt naar Mij met uw ganse hart en Ik zal Mij door u laten vinden.

Kostbare en zeer grote beloften

Ik ben niet gelijk aan die armelijke wereldgeesten, die de mensen slechts verstrooiing bieden. Ik ben de blinkende Morgenster en gij zult jubelen als gij Mijn heil zult zien, Gij zult u verheugen en verblijden en uw tranen zullen van u worden weggenomen. Alleen indien gij uw leven verliest om Mijnentwil, zult gij het vinden.

O Mijn volk, Mijn volk, zij die bij u zijn om u te beschermen, zijn vele malen sterker, dan de machten die u schrik aanjagen. Vrees hen dan niet en vertrouw met een volkomen hart op Mij. Staat er niet geschreven, dat de engelen dienende geesten zijn voor hen, die het heil zullen beërven? Gij zijt met kostbare en zeer grote beloften begiftigd en de Geest is u gegeven als een onderpand van de erfenis, die voor u is weggelegd in de hemelen. Houdt u dan niet langer op met de betovering van die armelijke wereldgeesten en vraag Mij om ogenzalf, zodat uw ogen zullen worden ontsloten opdat gij Mijn heerlijkheid zult zien.

Israël en de gemeente

De Gemeente is niet het Israël Gods zoals velen van u denken. Ik heb Mijn volk niet voor eeuwig verstoten. En Ik zal Mij weer over hen ontfermen in de laatste dagen van deze eeuw. Maar Mijn Gemeente is een ander volk met een andere bestemming. Haar heerlijkheid is niet minder en haar roeping is niet kleiner. Mijn Gemeente is een hemels geslacht met een hemelse roeping en Mijn volk Israël is een aards volk, dat een aardse heerlijkheid zal deelachtig worden. Gij dan zult aandachtig blijven luisteren naar Mijn stem, want Ik wil niet dat gij hierover onwetend zult zijn.

X Het bewijs van uw verlossing

De tactiek van de vijand

Ik was erover bezig, hoe het mogelijk is, dat vele tegenstrijdige gevoelens en gedachten in onze harten kunnen opkomen. Mijn kind, spreekt de Heer, richt uw aandacht volkomen op Mij, want wat Ik nu ga zeggen, is zeer belangrijk. Aangaande deze dingen bestaat er veel onkunde onder Mijn kinderen, maar Ik wil, dat gij u hierover een duidelijk inzicht zult vormen. Want alleen als gij weet, welke positie gij in Mij bezit en gij op de hoogte zijt met de tactiek van de vijand en gij weet hoe gij zijn aanvallen af kunt slaan, dan pas staat gij in de vrijheid en zijt ge geworden tot volwassen zonen en dochters.

Bedenk de dingen die boven zijn

Mijn kinderen, Wie was het die u verloste? Ben Ik het niet, die u verlost heb uit de macht der duisternis en u overbracht in het Koninkrijk van de Zoon Mijner liefde? In Hem hebt gij de verlossing en de vergeving der zonden. Gij zijt verlost, maar velen van u willen niet verlost zijn. Toen Ik u overbracht in het Koninkrijk van de Zoon Mijner liefde, hield gij zelf op te bestaan. Wat betekent dat? Dat gij u niet meer bezig moet houden met de dingen van uw oude zondeleven, maar dat gij die dingen moet zoeken en bedenken, die boven zijn, waar Christus is.

Met Christus gestorven

Voor velen onder u is het nog zo moeilijk te aanvaarden, dat gij werkelijk gestorven zijt. Velen trachten te leven als gestorven mensen, maar zij beseffen dan niet dat zij daarmee ontkennen, dat zij in de dood van Christus werkelijk gestorven zijn voor de zonde.

Gelooft gij niet, dat Mijn Zoon werkelijk gestorven is aan het kruis? En als gij dan even werkelijk met Christus zijt gestorven, waarom leven velen onder u dan nog zo krampachtig, alsof Christus helemaal niet gestorven zou zijn? Velen denken zichzelf te kunnen verlossen, maar in Mijn Zoon zijn ze verlost. Wat denkt ge dan dat het betekent, dat de rechtvaardige door het geloof zal leven? Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. (Hebr. 11:1)

Het bewijs van uw verlossing is de opstanding van Mijn Zoon. Voor Hem was het niet mogelijk dat Hij door de banden van de dood zou worden vastgehouden. Gij zult het bewijs van uw verlossing niet in uzelf zoeken maar in Mijn Zoon.

Bidden in geloof

Als gij naast de brug over het water gaat, zult gij zeker verdrinken. Maar als gij over Mijn Zoon loopt, die u tot een weg en een brug is geworden, dan zult gij tot uw verbazing bemerken dat het woedende geweld van de golven u niet meer kan deren. Dan zijt gij niet meer onmondig, op en neer, heen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer. Zo schreef Jacobus aan u, dat gij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.

Bidden zonder ophouden

Velen van u verstaan niet wat Paulus bedoelde, toen hij, geleid door de Geest, u vermaande om te bidden zonder ophouden. Kan een vis leven op het droge of kunt gij leven onder het water? Zo is het ook niet mogelijk dat een kind van Mij in de overwinning leeft zonder een voortdurend contact met Mij. Gij zijt niet meer van uzelf. Eens sprak Mijn Zoon: "Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied.” Velen gaan met Mijn Woord om als met een wetboek van strafrecht. Als gij vreest zijt gij niet volmaakt in de liefde. Verlost, zo gij zijt, door de prijs van het bloed, tracht gij door eigen inspanning Mij weer te behagen en gij beseft niet, dat gij alleen kunt leven door het geloof in Mijn Zoon, die in u leeft. De Vader heeft de Zoon lief en de Zoon getuigt van de Vader en de Geest verheerlijkt de Zoon. Zo zal ook in uw leven die geheimvolle harmonie worden gevonden van het leven door Mijn Zoon.

Xl De onzichtbare dingen zijn eeuwig

Mijn zoon, spreekt de Heer, de oorzaak van veel gevoelens van ongenoegen en twijfel is het apart gezet worden ter wille van uw taak in Mijn Evangelie. Het rein van hart zijn is een proces dat bewerkt wordt door Mijn Geest, die Ik u tot een onderpand van uw erfenis heb gegeven. Ik verzamel Mij een heilig volk, volijverig in goede werken.

Gij zult uw hart meer en meer richten op de dingen van Mij en Mijn koninkrijk, opdat Ik in staat zal worden gesteld u toe te bereiden voor uw medekoningschap in het duizendjarig rijk. Bedenk bij al het afleggen van de werkingen van het vlees, dat het voor uw zaligheid van nut is.

Niet de zichtbare, maar de onzichtbare dingen zijn eeuwig. Vóór al het andere, zal Ik Zelf de bron zijn van al uw vreugde. Gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrijmaken. Vele verzoekingen hebben Mijn kinderen te doorstaan, maar een ieder die zijn knieën dagelijks ootmoedig voor Mij buigt, zullen ze niet deren.

Kort, zeer kort nog is de tijd voordat het gericht in zijn volle hevigheid over deze aarde zal losbreken. Weest gij dan nu bereid Mij te ontmoeten in al uw levenswandel, opdat gij niet beschaamd zult staan bij Mijn komst. Bedenk in alles steeds dat Ik u vreugde en heil heb toebereid voor dit en voor het komende leven. Sla dan acht op Mijn vermaning en blijf ootmoedig Mij navolgen.

XII De oogstvelden

Het Chinese volk

Het Chinese volk heeft door haar razernij, Mij, de Allerhoogste getart. Door haar overmoed draagt zij de kiem tot zelfvernietiging in zich. Maar waar zijn onder Mijn kinderen, de bidders, die bewogen zijn om het behoud van deze grote natie? Zou Ik God zijn als een bamboegordijn ook Mij zou kunnen buitensluiten?

Onzichtbare legermachten

De vorst van deze wereld, de satan, is zich er van bewust, dat een laatste intens grote krachtinspanning zal beslissen, wiens rijk overwinnen zal. Daarom groepeert hij zijn engelen in onzichtbare legermachten om de harten van de mensen te verleiden zodat allen, als in grote waanzin gebracht, elkaar zullen afslachten.

Ik val aan

Waar zijn zij die een bres opwerpen tegen deze duistere horden? Waarom versnipperen de kinderen van het licht hun krachten door eindeloos elkaar te bevechten met spitsvondige redeneringen over Mijn Woord? Mijn volk, Mijn volk, ontwaakt: Waar is de wachter op Sion? Waar is de maagd met haar lamp, die wacht op de komst van de Bruidegom? Waar zijn zij in wier vaandel "ik val aan" staat geschreven? Waar zijn de Gideons die strijden in het weten dat het Gods strijd is? Waar zijn de dapperen, die om Mijnentwil hun leven niet kostbaar achten voor zichzelf maar in de bres gaan staan om de Boodschap te brengen aan miljoenen mensen? Ben Ik dan niet meer Joëls God? Heb Ik Mij niet verheerlijkt in de apostelen? En wiens Geest bezielde de Waldenzen? Wiens vuur brandde in Maarten Luther? Waar zijn mannen als Wesley en Whitefield, als Finney en Moody? De schapen tasten rond op kaalgevreten weidevelden, versuft door de honger. Hun herders voeden zichzelf. En in plaats van bewogen te zijn om de schapen en lammeren die Ik hen toevertrouwde, vergaderen ze maar en discussiëren over hun uitwendige organisatorische verbanden.

Met ontferming bewogen

Waar zijn de moeders in Israël? Bid Mijn volk, bid, totdat Ik Mijn Geest uit zal gieten op het droge. Wees met ontferming bewogen over dit aardse geslacht en pleit voor hen bij Mijn troon. Het bloed van Christus wil ook hun zielen reinigen van het verderf dat in hen is. Beleg samenkomsten om te bidden en te pleiten, voordat de oogstvelden verzengd zullen worden door de hitte van het vuur.

Heilig vuur

Ontwaak, ontwaak, Mijn volk! Laat u gebruiken als stenen voor de bouw van een geestelijk huis. Versterk het geloof van degenen die wankelmoedig zijn. Weest dapper en versaagt niet. Mijn Geest zal het heilig vuur in u doen ontbranden, maar bedroef haar niet wanneer zij uw leden wenst te gebruiken.

Heilige begeerte

Heilig u en reinig u opdat ge bij de grote zifting niet achter zult blijven. Kort, zeer kort nog is de tijd. Roep Christus aan die u Zijn bloed heeft gegeven als bescherming tegen de machten der duisternis, die u willen weerhouden om in Mijn wil te staan. En wordt vervuld met een heilige begeerte, deel te mogen hebben aan zijn bruiloftsmaal, spreekt de HERE.

Xlll Laat God over uw huis beschikken

Aandachtig luisteren

Mijn kind, waarom blijft ge toch steeds zoeken naar dingen die Ik u reeds openbaarde? Is het werkelijk uw verlangen Mij te volgen van stap tot stap? Herinner u, dat Ik Mijn Geest geef aan hen die Mij gehoorzaam zijn, Het levensplan van een ieder van Mijn kinderen is van eeuwigheid reeds bij Mij bekend. De opdracht voor een discipel van Mij luidt vóór alle dingen: aandachtig te luisteren naar Mijn stem.

Vaak is het voor u zo moeilijk Mijn stem te onderkennen van de vele andere stemmen rondom u. De tegenstander is het gevaarlijkst wanneer hij zich openbaart als een engel des lichts. Hoe menigmaal waarschuw Ik u niet vanuit Mijn Woord om op uw hoede te zijn voor allerlei soorten van misleiding. Mijn knecht David schreef: "Afdwalingen - wie bemerkt ze? Spreek van de verborgene mij vrij. Behoed ook uw knecht voor overmoed, laat die over mij niet heersen; dan ben ik onberispelijk en vrij van grove overtreding."

Discipelen

Velen van hen die beweren de volle raad Gods te verkondigen, gaan zwanger van hoogmoed. Die nederig van hart zijn, zijn Mij welgevallig. Een ieder van Mijn dienstknechten waarschuw Ik er ten dringendste voor, niet te streven naar grote samenkomsten in landelijk verband. Niet, dat Ik u verbied grote samenkomsten te beleggen, maar gij zult er niet naar streven. Mijn opdracht luidde, de volkeren tot Mijn discipelen te maken. In deze tijd houden zo weinig bekeringen werkelijk stand. Hoe goddeloos is het van u om de pas geredden aan zichzelf over te laten. Gij zijt zo ijverig en vervuld van uw eigen plannen en evangelisatie-samenkomsten, dat gij niet behoedzaam de wacht blijft houden bij de lammeren die Ik u toevertrouwde. Waarom is er toch zo weinig waarachtige liefde onder u? Eén werkelijke discipel is Mij meer waard dan honderd mensen die Mij slechts met de lippen belijden. Open toch uw gezinnen en woonhuizen opdat de pasgeboren lammeren gekoesterd zullen worden door de warmte in uw huizen. Er zijn wel vele verkondigers onder u, maar gij zijt nog zo onwillig, zodat Ik Mij niet door u aan de mensen kan openbaren. Gij zijt nog zo zeer gesteld op de eer van vooraanstaande mensen.

Waarschuw het volk

De maat van de ongerechtigheid is in Mijn ogen vol geworden. Zovele heimelijke zonden worden bedreven door zogenaamde achtenswaardige burgers. Zwarte wolken van zonde drijven over Europa. Bedrieg uzelf niet met een vruchteloos dromen over deze tijden. Waarschuw het volk ten dringendste voor Mijn toorn. Spreek vrijmoedig met hen over de reinigende kracht van Mijn bloed en Mijn overwinning over het dodenrijk. Denk niet te klein over uzelf, maar vertrouw op Mij, dat Ik in u leef en Mij in u openbaar. Indien gij werkelijk liefde blijft betonen aan de enkele mensen die Ik u toevertrouwde, zal Ik in staat zijn u met een nog grotere mate te zalven om Mijn zegeningen aan het volk door te geven.

Velen zijn bevreesd voor de oorlogen en opstanden die overal ontbranden. Maar hetgeen gij nu hoort, is nog slechts het begin van de grote rampen die in een korte tijd achtereenvolgens over de aardbodem zullen komen. Ik heb geen behagen in de vernietiging van de goddeloze volkeren. Daarom zullen hun tirannieke leiders vele malen zwaarder gestraft worden. Maar Mijn toorn zal wel velen van Mijn kinderen treffen die lui en gemakzuchtig zijn en slechts leven voor hun eigen genoegen. Het talent dat Ik hen toevertrouwde, begraven zij in de grond, terwijl zij er mee moesten gaan werken. Hoe groot is deze zonde, die bij velen onder u gevonden wordt. Uw verontschuldigingen zullen geen stand houden als gij voor Mijn troon gesteld zult worden. Waarachtige liefde voor het verlorene maakt u vindingrijk. Vraag Mij ernaar hoe gij degenen die niet gered zijn kunt bereiken. En Ik zal ze naar u toebrengen en uw huizen voor hen openen. Ik zal ze redden, spreekt de Heer.

XIV God wil u persoonlijk onderwijzen

Eens en voor altijd geheiligd

Ik ben de Heilige, spreekt Jehova. In gans Mijn Wezen is geen enkele duisternis. Ik woon in een ontoegankelijk licht. In Mijn Zoon, Jezus Christus, zijt gij eens en voor altijd geheiligd. Elke zonde brengt duisternis. Maar gij zijt niet in de duisternis, althans indien Christus in u woont. Ik weet wel, hoe gij voortdurend worstelt met velerlei verzoekingen. De verleider tracht steeds uw gedachten om te buigen om u te voeren op velerlei zijpaden. Lees dagelijks Mijn Woord. Lees haar meer dan enig ander boek. En geloof haar beloften. En pleit op Mijn Woord bij Mijn troon en Ik zal u door al de listige omleidingen van satan heen helpen. Zo schreef Mijn dienstknecht Paulus: “De Here is nabij. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en gedachten behoeden in Christus Jezus." (Phil. 4:6,7) Gij staat vast op de beloften van Mijn Woord.

De reinigende werking van Christus' bloed

Zoals stromend water een reinigende werking heeft, zó blijft ook het bloed van Christus voortdurend uw harten en gedachten reinigen. Uw ziel is ontvankelijk voor alle geestelijke invloeden, zowel goede als kwade invloeden. Maar Christus’ bloed heiligt, reinigt en loutert u. Op deze wijze wordt gij bewaard voor alle schadelijke invloeden, die uw geestelijke vrijheid zouden belemmeren. Weest niet bevreesd Mijn kinderen, want Ik heb u vast in Mijn hand. Weest op uw hoede voor ontmoediging, opdat de satan geen voordeel op u zal behalen. Zoekt veel de gemeenschap met uw broeders en zusters om gezamenlijk uw gebeden met dankzegging bij Mij bekend te maken.

Let op uw woorden

Discussieert niet zo vaak met elkaar. Ik ben een heilig God en Ik wil een ieder van Mijn kinderen persoonlijk onderwijzen. Leunt niet op uw broeder en zuster, maar alleen op Mij. Ga u gezamenlijk meer oefenen in de lofprijzingen en dankzeggingen opdat uw harten door het geloof zullen worden gesterkt.

Ten dringendste waarschuw Ik u er voor niet af te geven op uw broeder of zuster, zowel als op kerken en groepen. Ik ben een heilig God en wie zijt gij, dat gij uw broeder oordeelt? Betoont liefde tot uw broeders en zusters die deel uitmaken van Christus' Lichaam en bidt voor elkaar. Weest toch waakzaam in uw spreken, opdat uw achteloze woorden u niet eens zullen veroordelen.

Het einde der tijden

Gij zijt het einde der tijden genaderd. Satan zal al het mogelijke doen om Mijn heiligen te verderven. Maar Ik heb u lief en Ik ben getrouw en kan u bewaren voor de boze indien gij voordurend in diepe ootmoed en nederigheid voor Mijn aangezicht blijft wandelen.

Gedenkt de woorden die Petrus schreef aan de vreemdelingen in de verstrooiing: "Geliefden, laat de vuurgloed die tot beproeving dient, u niet bevreemden alsof u iets vreemds zou overkomen. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring Zijner heerlijkheid.” (1 Petrus 4:12,13) Waakt dan, Mijn kinderen, en Ik zal u belonen naar Mijn beloften.

XV Gods verborgen omgang

Ere aan Hem

“Geloofd zij de Heer Jezus Christus die over de machten der hel heeft gezegevierd. Geloofd zij de eeuwige Vader met Wie we in Jezus Christus gemeenschap hebben. Ere zij de Koning der koningen en de Heer der heren, de Alfa en de Omega. Wie is Hij, dat Hij behagen heeft in onze aanbidding? Groot en geweldig is de Heer! Wie is een God als Hij? Heeft Hij niet de aarde en de hemel gemaakt…… Wie kan Hem evenaren?”

Aanbidden in geest en in waarheid

Ik heb de stille hunkering in uw hart bemerkt om Mijn stem weer te verstaan. Daarom wil Ik Mij opnieuw aan u openbaren, Mijn kind. Zoals de hogepriester binnenging in het heilige der heiligen, zo zoek Ik ook in deze tijd naar kinderen, die Mij aanbidden in geest en in waarheid. En gij hebt ruime ingang in het heiligdom door het bloed van Jezus. (Hebr. 10:19)

De vreugde die gij nu smaakt in de omgang met Mij is nog slechts een flauwe afspiegeling van de volkomen verlossing die uw deel zal worden. Naarmate ge voortgang maakt op de weg der heiliging, wordt het leven van de Gekruisigde ook úw deel. De aeon der aeonen kan de goddelijke verborgenheden niet bevatten, die Ik Mij in Christus heb voorgenomen. Waar gij binnen treedt in het heiligdom, stijgt uw ziel op tot aanbidding om in de geest gemeenschap te hebben met de eeuwige God.

Denk niet te gering over Mijn genade. Het is nog niet de tijd voor u dat Ik u de volle raad Gods bekend kan maken. Uw bevattingsvermogen zou dat niet in zich op kunnen nemen. Indien ge in Mij blijft, zal de voortdurende hunkering in uw ziel om Mij beter te leren kennen, nooit afnemen.

Wat in geen mensenhart is opgekomen

Omdat ge in de tijd geboren zijt hebt ge nog zo’n gebrekkig inzicht in wat de eeuwigheid omspant. Wie is aan Mij gelijk? Wie kan de diepten Gods doorgronden? Gedenk het Woord: “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen die Hem liefhebben.”

Met Hem verbonden

Zoals Christus geboren werd uit de bevruchting van de Heilige Geest en negen maanden verborgen bleef in de moederschoot van Maria, op dezelfde wijze broedt Mijn Geest op de natuurlijke mens totdat Christus in hem gestalte krijgt.

De zuivere aanbidding in de geest onttrekt u van aardse en ongeestelijke gevoelens die uw geestelijk inzicht vertroebelen. De geestelijke verbintenis die ge met Hem bezit, zuivert ook alle natuurlijke banden. Werkelijk geestelijk zijn betekent voor u ook het vrij worden van alle onzuivere gevoelens. Zij maakt u niet los van de natuurlijke gevoelens, maar zij zuivert ze veeleer, zodat ge meer en meer bevrijd wordt van alle schaamte die voortvloeide uit de geestelijke verbintenis met de vorst der duisternis. Ik gebruik voor u de eenheid tussen man en vrouw als beeldspraak voor de geestelijke gemeenschap tussen Mijn Geest en uw geest. Daarom zegt het Schriftwoord: “De geest, die Hij in ons deed wonen, begeert Hij met jaloersheid.” (Jac. 4:5) Uw lichaam is een tempel van de Heilige Geest die in u woont, die gij van God ontvangen hebt. En gij zijt niet van u zelf." (1 Cor. 6:19)

Beelddragers van God

Gods leven in Zijn kinderen zal hen naar een climax voeren tot een volkomen geestelijke eenwording met Hem, zodat het lichaam van Christus in haar geestelijke zuiverheid hersteld zal worden. De kloof tussen de kinderen Gods en de kinderen der duisternis zal zich steeds scherper gaan aftekenen in dit tijdperk tot het moment van hun beider wasdom.

Wanneer ge u zwak voelt in momenten van verzoeking hebt ge te allen tijde bij het aanroepen van de Naam "Jezus" volkomen overwinning. Oéfen u in de godsvrucht, Mijn kinderen.

Leidt een heilig en rein leven te midden van dit ontaarde geslacht. Laat u leiden in alle eerbaarheid, zodat Mijn Naam niet door uw ongehoorzaamheid onder de heidenen te schande zal worden gemaakt.

Laat Mij in u leven, indien ge verlangt naar geestelijke overwinning in de natuurlijke wereld. De Naam van Jezus herstelt u weer tot beelddragers van God. In Zijn Naam wordt het volle Evangelie aan u verkondigd. Wie een oor heeft, laat die horen wat de Geest tot de gemeenten zegt.

NAWOORD

Na de uitgave van de tweede druk van deze brochure, hebben vrienden mij meerdere keren gevraagd of de HEER nog wel eens tot mij spreekt op de wijze zoals dat in dit boekje tot uitdrukking komt. Behalve het ervaren van Gods leiding in mijn persoonlijk leven en het zo nu en dan doorgeven van een profetie in de gemeentesamenkomst, moest ik hen een bevestigend antwoord op deze vraag schuldig blijven. Wel is het mijn verlangen om nog weer eens Gods stem te mogen verstaan op de wijze zoals ik dit ervaren heb in de jaren van 1966 - 1968. Ik ben er me echter goed van bewust dat God in deze bijzondere openbaringen soeverein is en Zich niet iets laat afdwingen.

Uitdrukkelijk wil ik nogmaals verklaren dat ik geloof, dat elke bijzondere openbaring in alle opzichten de toets van de Heilige Schrift zal moeten kunnen doorstaan. Zij zal geschreven zijn in dezelfde geest en gezindheid, zoals God vroeger de verschillende bijbelschrijvers inspireerde.

Openbaringen, zoals God deze vandaag nog aan zijn kinderen toevertrouwt, verschillen in zoverre van die van de Bijbel, dat toetsing aan de Schrift en beoordeling van de christelijke gemeente altijd nodig zal blijven, terwijl de goddelijke inspiratie van de Bijbel boven alle twijfel verheven is en in haar samenstelling altijd uniek en onvervangbaar zal blijven.

Ik hoop dat u de dringende oproep van dit boekje om ernst te maken met uw persoonlijke levenswandel, werkelijk ter harte zult nemen, opdat de Heer u en mij wakende zal aantreffen bij Zijn komst. Vóór alles hoop ik, dat deze brochure ertoe zal bijdragen dat het getuigenis aangaande Jezus Christus in uw harten zal worden bevestigd.

Juni , I974

W. A. Seinen