Waar de Meester spreekt III

Ik geef u tijden van gebed, verdieping en afzondering om beter mijn wil te verstaan.

In deze laatste fase van de eindstrijd zoekt mijn Geest naar mannen en vrouwen, die gehoor geven aan de oproep van Joël om zich van ganser harte tot Mij te bekeren.
Evenals in de tijd van Gideon, zal Ik Mij een leger verzamelen van dappere strijders, die, omwille van mijn zaak en Koninkrijk, hun leven niet zullen achten.
Strijders, die in gehoorzaamheid en trouw hun weg zullen vervolgen.
Ik formeer Mij een leger van strijders die getraind zijn in het onderscheiden van mijn stem; hen die in hun binnenste gevoelig zijn geworden om te gehoorzamen aan mijn instructies.
Ik zal toerusten een volk van mannen en vrouwen, die in hun binnenste alert zijn om alléén op Mij te zien.
Een wel toegerust volk dat moedig is om de vele meningen van mensen, leringen en tradities te trotseren.
Een volk in wier binnenste de gebaande wegen zullen zijn.

Niet wat zichtbaar is zal blijven bestaan.
Mozes ging mijn volk in waarheid voor, als ziende de Onzienlijke.

Ook het woestijnleven zal niet vreemd voor u zijn.
In tijden van geestelijke dorheid breng Ik de krachten van uw ziel in beweging om te weten wat er in uw harten leeft.
In tijden van duisternis zal Ik u een vuurkolom geven om uw weg te verlichten.

Het is mijn Heilige Geest die hunkert naar de gemeenschap met mannen en vrouwen, die Mij zoeken ter wille van Mijzelf.
Mijn volk, het is mijn Geest die u toebereidt om de bruid te worden van mijn geliefde Zoon, een wel toegerust volk van strijders die hun klederen hebben gewassen in het bloed van het Lam.

Dit zijn de tijden van de late regen.
Het is ook mijn Heilige Geest die de bedieningen herstelt in mijn Gemeente.
Ook de geringste zal kennis hebben van de wegen des Heren.
Datgene wat ik u toevertrouw zal de Zoon verheerlijken.
In de verering van Hem zal u geestelijk steeds meer ruimte geschonken worden voor de openbaring van mijn Geest.
In de bediening van Geest en kracht wordt een volk toegerust dat zich onderscheidt in liefde en toewijding.

Elke vorm van hardheid zal u vreemd zijn. Weest er toch waakzaam voor niet uw broeder te oordelen, die in uw ogen nog slechts ten dele kent.

Toen mijn volk voorttrok in de woestijn, heb Ik het verzadigd met manna.
Ik schep er een behagen in om voor een ieder van u persoonlijk dát voedsel toe te bereiden dat is afgestemd op de begeerten van zijn hart. Hen, die hongerig zijn, om hun leven met Mij te delen, die zal Ik verzadigen, een ieder naar zijn behoefte.

Vervloekt is de man, die vlees tot zijn arm stelt. God is het, die uw geest met jaloersheid begeert.

Uw kracht zal niet in het nauw komen als het uw enigst begeren is om Mij te leren kennen in al mijn heerlijkheid.

Zoekt naar de openbaring van mijn Geest.
Ook in de bedieningen, die Ik weer herstel in mijn Huis, zal niet de een de ander overheersen.
Ik Zelf ben het, die mijn volk uitleidt naar grazige weiden.
Ik heb u een voorbeeld nagelaten toen Ik mijn leerlingen de voeten waste.
Zo vertrouw Ik u van mijn kennis en heerlijkheid toe om elkander te dienen, maar niet in een geest van hardheid en liefdeloosheid.
Doet de vreemde goden weg uit uw midden.
Ik ben een na-ijverig en goedertieren God, die Zich telkenmale weer laat vinden wanneer mijn kinderen Mij in waarheid zoeken.
Doet dan weg al datgene wat riekt naar bedilzucht en betweterigheid.
In hen, die nederig van hart zijn, zullen de gebaande wegen zijn. In ootmoed achte de een de ander uitnemender dan zichzelf.

Oefen u mijn volk, om in tijden van vasten en bidden, terug te winnen, dat wat verloren is gegaan.
Steeds wil Ik Mij door u laten vinden, maar wél in oprechtheid van het hart.
Oordeelt elkander dan niet langer, want Mij komt het oordeel toe.
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Die zwak is in uw midden, die zal Ik verlossen.
Maar gij, mijn volk, weest stille. Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden, zegt de Here der heerscharen. Wordt u ervan bewust, mijn volk, dat mijn engelen u dienend terzijde zullen staan, wanneer het uw verlangen is om mijn wil te doen.

Uw tranen zijn niet tevergeefs geweest. Ook uw geliefden wil Ik kennis en inzicht geven van mijn wegen. Maar niet in overreding zal uw sterkte zijn.
Vertrouw op Mij, dat mijn arm kan redden, daar, waar uw kracht in het nauw komt.
Ik heb lief met een volkomen liefde.
Hen, die zich heiligen en reinigen ter wille van mijn waarheid, die zal Ik vol maken van mijn liefde.
Ik heb u de bediening der verzoening toevertrouwd om te werken zolang het dag is. Aanschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.

Vertrouw dan niet langer op uw eigen kracht, maar vertrouw erop, dat Ik het beeld van mijn Zoon in uw midden zal openbaren. De laatste halmen zult gij binnenhalen, voordat de velden verzengd zullen worden door de hitte van het vuur, dat de weerspannigen zal verteren.
Weest gij dan getrouw. Twijfel niet in uw hart en Ik zal u oprichten.