Vl Beproeft de geesten

Wie kan bestaan voor uw aangezicht

Het Woord van de Heer kwam tot mij, zeggende: Profeteer mensenkind en veronachtzaam niet alles neer te schrijven wat Ik u gebied.

Maar ik zei: Ach Heer, mijn ziel is beangst en vreesachtig om neer te schrijven, wat U van me vraagt. Want wie zal geloof hechten aan deze woorden? Zij zullen zeggen: Het zijn woorden van een waanzinnige, van iemand wiens verstand verbijsterd is. Uw knecht is zo vreesachtig, o Heer, omdat hij twijfelt over hetgeen U tot hem spreekt en denkt, dat het woorden zijn naar de ingeving van zijn eigen hart. Ook weet uw knecht, dat hij meermalen zelf zo ernstig gefaald heeft in zijn leven en is vreesachtig dat een menselijke overmoed zich van hem meester heeft gemaakt. Ach Heer, als gij in het gericht wilt treden, wie kan dan bestaan voor uw aangezicht? Gij zijt de geduchte en heilige God en Gij alleen toetst de gedachten en overleggingen, die opkomen in de menselijke geest. Ach Heer, beproef mijn hart en weerhoud uw knecht van wegen, die niet van u zijn.

Ik ben zo beangst en bevreesd voor wat de mensen over mij zullen zeggen en wel het meest voor de beoordeling van eigen broeders en zusters. Uw knecht weet, dat er in de loop der tijden vele dwaalgeesten zijn geweest, die bezit namen van de harten van mensen en het volk in valse wegen zijn voorgegaan. Mensen, die spraken en profeteerden in uw heilige Naam, maar hun wandel was niet uit de Heilige Geest. Uw knecht weet, dat velen de Godheid van uw eniggeboren Zoon hebben geloochend en de verzoenende werking van zijn bloed hebben gesmaad. Ach Heer, versterk dan het hart van uw knecht en beproef en toets mijn geest.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Nu Heer, ik zal niet vrezen maar vertrouwen op de leiding van uw Heilige Geest, van Wie ons geopenbaard is, dat Hij ons de toekomst zal verkondigen.

Om Zijnentwil

Ik en Ik alleen beproef en toets de menselijke geest en Ik ben ontzet over velen, die brallen over Mijn heilig evangelie, doch hun leven niet aan Mij hebben toevertrouwd.

Doch Mijn knecht, weet dat het alleen Mijn genade is, die u verkiest en u bestemt om tot een mond van Mij te zijn. Wel wil Ik, dat gij u volkomen zult heiligen en reinigen en dat gij uw lichaam zult stellen tot een Mij welgevallig offer.

Gij zult weten, Mijn knecht, dat uw heiliging en verlossing alleen bestaan in de verdienste van Mijn Zoon. Want om Zijnentwil heb Ik u genade betoond en Ik heb u niet uitverkoren naar de mate van uw eigen rechtvaardigheid.

Maar Mijn zoon, Ik heb er een welgevallen in gehad, dat gij u voor Mijn aangezicht hebt vernederd en dat gij uw zonden bij naam hebt genoemd en hiervoor de reiniging door het bloed van Mijn Zoon hebt aangeroepen. Daarom heb Ik u gehoord en daarom is het, dat Ik Mijn wil verlang bekend te maken.

Houdt u dan verre van enige bezoedeling des vlezes en jaagt naar de heiligmaking zonder welke niemand de Heer zal zien.

De eer van Gods heilige Naam

Ik ben de Alpha en de Omega, spreekt de Zoon van God, het Begin en het Einde. En in Mij wordt gevonden de weg die u leidt ten leven. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, en geen zondaar zal behouden worden, die een andere weg tracht te bewandelen dan die Ik u ben geworden. Ik verafschuw hen, die Mij met de lippen belijden doch met hun hart er ver van zijn om te doen, wat Ik hen gebied. Zij hebben geen verlangen om in Mijn wegen te wandelen en hun godsdienst is slechts een aangeleerd gebod van mensen. Mij zoeken ze niet, die vermetelen, maar wel zichzelf. Zij laten zich leiden door wat de mensen van hen verwachten. Zij spreken wel in Mijn Naam, maar zie, hun woorden zijn krachteloos omdat ze Mij niet hebben gezocht en zich niet laten geleiden ter wille van de eer van Mijn heilige Naam. Met hun mond belijden ze wel Mij te kennen, maar in hun harten wordt geen waarachtige Godsvrees gevonden.

Mijn dienaren zetten zich af tegen elkaar en allen zoeken zij hun eigen belang en niet Mijn heilige zaak. Zij laten zich beïnvloeden door de woorden en gedachten van niet geredde mensen en geven geen acht op de vermaning van Mijn heilig Woord.

Herders die zichzelf weiden

Ik verafschuw die valse herders, die zichzelf weiden en zo een verhindering vormen, dat het volk zich tot Mij zou bekeren en door Mij zou gaan leven. Ik was het niet, die hen beval, zich vele jaren te verdiepen in de wijsheid van mensen, voordat zij gerechtigd zouden zijn Mijn heilig Evangelie te verkondigen. Ik en Ik alleen ken de harten en toets hun daden. Zij spreken met bedrieglijke tong, daar zij zelf helemaal niet verlangen om zich voor Mij te buigen. Zij spreken wel over de dingen van het Koninkrijk Gods maar zij zullen eens rekenschap moeten afleggen over alle vermetele woorden, die ze in Mijn Naam hebben gesproken.

Christus triomfator

Ik ben de Heer en Ik ben niet veranderd. Ik ben Dezelfde en zie, Ik leef tot in alle eeuwigheden. De macht van de dood en het dodenrijk zijn door Mijn opstanding teniet gedaan en Ik zal zeker de herschepping voleindigen, die in Mijn bloed tot stand is gebracht. Wie een luisterend oor heeft zal zeker verstaan wat de Geest tot de gemeenten zegt.