V De eenheid van de Gemeente

Een oprecht en rein hart

Mijn hart verlangde naar kennis aangaande de wegen van de Heer. Maar de Heer sprak tot mij, zeggende: Ziet wel toe Mijn kind, dat gij u alleen tot Mij begeeft met een oprecht en rein hart, waarin de liefde het belangrijkste beginsel is. Mijn knecht David had Mij lief met zijn ganse hart en daarom was Ik hem genadig en was Mijn Geest op hem, toen hij vele psalmen schreef. Hij wist niet, dat na hem vele miljoenen zouden worden getroost en bemoedigd door het lezen van deze woorden, die in alle geslachten een weerklank hebben gevonden in de harten van de mensen.

Kennis alleen maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. Zo geef Ik u niet van Mijn wijsheid om alleen zelf daarvan te genieten. Maar Ik wil, dat wat Ik u toevertrouw, gij zult doorgeven aan anderen. Alleen wanneer gij uw leven verliest om Mijnentwil, zal het waarachtige Leven in u toenemen, dat u toestroomt vanuit Mijn enig geboren Zoon.

De Gemeente van de Heer

Velen verzamelen zich kennis en tobben zich af met het lezen van vele boeken over Mij en Mijn koninkrijk maar in hun harten is niet het verlangen Mijzelf te ontvangen in al mijn heerlijkheid.

Indien zij Mij waarachtig zochten in geest en in waarheid, zou dan niet de Gemeente van de Heer functioneren als een kostbaar uurwerk waaruit het kleinste raadje niet gemist kan worden?

Zó heb Ik het oorspronkelijk bedoeld, maar het hart van de mensen is boos, vanaf hun jeugd. Zij bestrijden elkaar maar laten zich niet leiden door Mijn goddelijke bewogenheid. Velen komen niet tot Mij, omdat Mijn kinderen op aarde nog zo’n vleselijke wandel leiden.

Een zeer hechte eenheid

Doch ziet toe, want in deze dagen zal Ik een groot werk tot stand brengen. Al Mijn kinderen die Mij aanbidden in geest en in waarheid, zal Ik samenvoegen tot een zeer hechte eenheid. Als zij bij elkaar komen zal hun enig begeren zijn, hun Schepper te eren en elkaar te dienen. Hun wegen zijn liefelijke wegen en hun aangezichten zullen stralen van vreugde. Mijn Heilige Geest zal woning in hen maken, zodat zij vol zullen zijn van de heerlijkheid des Heren.

Koningen en priesters

Maar Mijn Gemeente voeg Ik niet zo bijeen, zoals gij u dat voorstelt. Velen zullen zich door Mij laten toebereiden, maar ten opzichte van de vele miljoenen die op de aardbodem wonen, zullen het er weinigen zijn. En zij zijn het, die met Mij zullen regeren als koningen en priesters, die duizend jaren, als Mijn vrederijk op deze aarde is gevestigd geworden.

Gebruikt het talent

Mijn kinderen, gebruikt het talent, dat Ik u heb toevertrouwd en zoek vóór alles Mijn Koninkrijk en Mijn gerechtigheid. Velen wachten op uw woorden en op uw liefderijke hulp. Als gij waarachtige liefde tot Mij en tot elkaar hebt, hoe zal dat dan voor deze wereld verborgen blijven? Velen hunkeren nog naar die vrede, die Ik hen alleen kan geven, maar de liefdeloze wandel van vele van Mijn kinderen weerhouden hen om tot Mij te komen.

Ach, Mijn kinderen, spreekt de Heer, waarom doet gij toch zo uw best uzelf te verontschuldigen en zoekt gij naar allerlei motieven, die geen stand kunnen houden. Laat uw blinde ogen door Mij genezen en beeldt u niet in, dat gij Mij zoudt kunnen behagen met de werken van uw eigen handen.

Wordt toch gehoorzaam en laat u door Mij terecht brengen. Ik ken u wel en Ik alleen weet, wat gij van node hebt. Alleen die nederig zijn ontvangen genade.

Verheugt en verblijdt u, gij kuddeke, want het is Mijn welbehagen geweest Mijn heerlijkheid onder u te openbaren. De dorstige zal Ik geven van het water des levens om niet en de hongerige zal Ik voeden met het verborgen manna.

Voedsel voor uw ziel

Ik ben het brood des levens, spreekt de Zoon van God. Ik Zelf ben u geworden tot voedsel voor uw ziel. En alleen Mijn bloed is ware drank opdat gij niet zoudt dorsten. Gij allen die Mij liefhebt in waarheid, zoekt Mij bestendig en laat u leiden door wat Ik u gebied. Dan zal de beker van uw heil overvloeiende zijn en gij zult voortdurend juichen voor het aangezicht van Mijn Vader.

Dan zal Ik uw leven worden, spreekt de Zoon van God. Ik zal uw wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en uw verlossing zijn. Een ieder, die waarlijk naar Mij verlangt, zal niet alleen naar deze woorden horen, maar er ook naar handelen.